Eenheden

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

TIJDSEENHEDEN

Voor deze opdracht:mag je opzoeken op internet.

Let er wel op dat je bij eenheden erbij schrijft over wat je bedoelt (seconden, uren, weken)

Als er staat dat je alleen maar een getal hoeft te schrijven, dan schrijf je de tijdeenheid er niet bij.

1. Hoeveel minuten zitten er in een uur? (alleen getal noteren)

2. Hoeveel uren zitten er in een dag?
(alleen getal noteren)

3. Hoe lang duurt een etmaal?
(antwoord met tijdseenheid erbij)

4. Hoeveel seconden zitten er in één minuut?(alleen getal noteren)

5. Hoeveel seconden zitten er in één uur? (alleen getal noteren)

6. Hoeveel weken zitten er in één jaar? (alleen getal noteren)

7. Hoeveel maanden zitten er in een jaar? (alleen getal noteren)

8. Hoe lang duurt een kwartaal?
(antwoord met tijdseenheid erbij)

10. Hoe lang duurt een eeuw?
(antwoord met tijdseenheid erbij)

11. Hoeveel kwartalen zitten er in een jaar? (alleen getal noteren)

12. Hoeveel dagen zitten er in een jaar?

13. Hoeveel dagen zitten er in een week? (alleen getal noteren)

14. Hoeveel uren zitten er in een week? (alleen getal noteren)

15. Hoeveel seconden zitten er in een week? (alleen getal noteren)

16. In welke eeuw leven wij?
(alleen getal noteren)

17. Hoeveel seconden is 30
minuten? (alleen getal noteren)

19. Als je 13 jaar bent, hoeveel weken is dat dan? (alleen getal noteren)

19. Als oma 60 jaar wordt, hoeveel maanden is dat dan?