NN6 - H3 - Spreken en gesprekken - overleggen

Stillezen

* Leesboek op tafel
* Denk aan de voorwerpen voor in de boekendoos ;)

timer
10:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Stillezen

* Leesboek op tafel
* Denk aan de voorwerpen voor in de boekendoos ;)

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Wanneer moet je met
iemand
overleggen?

Slide 2 - Carte mentale

Lesdoel
Ik kan met anderen overleggen

Slide 3 - Diapositive

Overleggen
Als je met andere mensen samenwerkt, moet je overleggen. Je probeert dan samen te beslissen wie wat gaat doen en wanneer het af moet zijn.

Slide 4 - Diapositive

Zo overleg je met elkaar

* Luister goed naar elkaar. Laat elkaar uitspreken.
* Maak met elkaar een lijstje van taken die gedaan moeten worden. 
* Vertel een voor een wat je wilt doen. Vertel ook waarom je dat wilt (= een argument). 
* Zorg ervoor dat iedereen ongeveer evenveel doet. 

– Willen sommigen hetzelfde doen? Kies met elkaar de meest geschikte persoon of trek lootjes.
– Is er een bepaalde taak die niemand wil? Beslis met elkaar wie die taak gaat uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld iemand zijn die ook de leukste taak heeft.


Schrijf de afspraken op.

Noteer wanneer de taken klaar moeten zijn.

Slide 5 - Diapositive

H3 Spreken en gesprekken - overleggen
Je maakt:
* Startopdracht
* Bekijk het filmpje
* Opdr. 1
* Opdr. 2

Slide 6 - Diapositive

Les 2
Maak:
* Opdr. 3.1
of
* Opdr. 4.1

Je hoort zo van mij in welk groepje je zit én welke opdracht jullie moeten doen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Feedbackformulier
* Iedereen vult na het overleg zijn eigen feedbackformulier in

Slide 9 - Diapositive

Maak een foto van het ingevulde feedbackformulier

Slide 10 - Question ouverte

We hebben goed geluisterd en elkaar laten uitspreken.
Onvoldoende
Matig
Voldoende
Goed

Slide 11 - Sondage

Iedereen heeft duidelijk en met argumenten aangegeven waarom hij/zij een taak wilde doen.
Ja
Nee
Het had beter gekund

Slide 12 - Sondage

Ik weet nu precies wat mijn taak is!
Ja!
Nee!

Slide 13 - Sondage

Ik ben blij dat het weekend is...
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage