Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Bonjour
Slide 1 - Diapositive
Programme
du jour
Aujourd'hui (=vandaag) :
de bezittelijke voornaamwoorden
Lundi 27 novembre
Slide 2 - Diapositive
De bezittelijke voornaamworden (1)
Slide 3 - Diapositive
Weet jij wat een bezittelijk voornaamwoord is in het Nederlands?
Slide 4 - Diapositive
Hij is mijn broer. => Il est mon frère.
Waar is jouw zus ? => Où est ta soeur ?
In tegenstelling tot wat we gewend zijn heeft het bezittelijk voornaamwoord geen betrekking op het geslacht van de bezitter maar juist op het bezit zelf:
Slide 5 - Diapositive
Hij is mijn broer. => Il est mon frère.
Waar is jouw zus ? => Où est ta soeur ?
In tegenstelling tot wat we gewend zijn heeft het bezittelijk voornaamwoord geen betrekking op het geslacht van de bezitter maar juist op het bezit zelf:
In het Frans past het bezittelijk voornaamwoord zich aan het geslacht en de hoeveelheid van het zelfstandig naamwoord aan.
Slide 6 - Diapositive
Hij is mijn broer. => Il est mon frère.
Waar is jouw zus ? => Où est ta soeur ?
In tegenstelling tot wat we gewend zijn heeft het bezittelijk voornaamwoord geen betrekking op het geslacht van de bezitter maar juist op het bezit zelf:
Hij is mijn broer. => Il est MONfrère.
Waar is jouw zus ? => Où est TAsoeur ?
Zij houdt van haar ouders. => Elle aime SESparents.
In het Frans past het bezittelijk voornaamwoord zich aan het geslacht en de hoeveelheid van het zelfstandig naamwoord aan.
Slide 7 - Diapositive
LET OP
Je mag nooit twee klinkers achter elkaar hebben (bots!).
Als een woord begint met een klinker (of stomme 'h'), dan wordt in het enkelvoud 'ma - ta - sa' veranderd in 'mon - ton - son'.