Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
lesplanning
kort alle soorten diagrammen
uitleg beeld- en staafdiagram
4 quizvragen
opgaven maken
Slide 1 - Diapositive
leerdoelen van vandaag
kunnen werken met een beelddiagram en staafdiagram
Slide 2 - Diapositive
beschrijvende statistiek
De wiskunde waarmee we beschrijven wat we zien. grafieken, gemiddeldes ect.
Slide 3 - Diapositive
Beelddiagram
In beelddiagrammen worden hoeveelheden aangegeven met figuurtjes.
De figuurtjes staan voor een bepaald aantal.
Deze diagram wordt vooral als illustratie gebruikt, en niet per se als een overzichtelijke manier voor de weergave van data.
Slide 4 - Diapositive
Staafdiagram
In staafdiagrammen kan je hoeveelheden met elkaar vergelijken
De staven staan los van elkaar
Slide 5 - Diapositive
Histogram
Een histogram is een speciale naam voor een staafdiagram bij een frequentietabel waarbij de staven oplopende getallen zijn
De staven staan tegen elkaar aan
Slide 6 - Diapositive
Cirkeldiagram
Een cirkeldiagram geeft een goed overzicht van een (procentuele) verdeling
De pizzapunten noem je segmenten
Je maakt een cirkeldiagram door berekeningen te maken op basis van 360°
Slide 7 - Diapositive
Lijndiagram
Een lijndiagram laat zien hoe een verschijnsel zich in de tijd heeft ontwikkeld
Je kunt ook twee lijnen in één diagram hebben
Het is anders dan een grafiek (geen formule)
Slide 8 - Diapositive
steel-bladdiagram
Je gebruikt een steelbladdiagram als de gegevens zo verschillen van elkaar dat een frequentietabel veel te lang wordt, omdat er dan alleen maar nullen, enen en tweeën in voor zouden komen.
In een steelbladdiagram komen de stelen, de tientallen, links.
Het aantal eenheden, het blad, zet je rechts.
Slide 9 - Diapositive
beeld- en staafdiagram
Slide 10 - Diapositive
Beelddiagram
Beelddiagram wordt aangegeven met figuurtjes.
Wordt vaak gebruikt als illustratie en niet om nauwkeurige data af te lezen.
ziet er leuker vrolijker en aantrekkelijker uit
er is altijd een legenda nodig
Slide 11 - Diapositive
legenda
inwoners per stad
Slide 12 - Diapositive
Staafdiagram
Een staafdiagram kan zowel horizontaal als verticaal zijn.
De lengte van de staaf geeft de hoeveelheid aan.
Je geeft een titel en zegt bij elke staaf waar het over gaat.
De staven staan los van elkaar.
Slide 13 - Diapositive
Een medewerker van de bioscoop heeft bijgehouden hoeveel kaartjes er per genre wordt verkocht. Van welk genre verkoopt hij de meeste kaartjes?
A
Mystery
B
Adventure
C
Cartoon
D
Comedy
Slide 14 - Quiz
Bij een beelddiagram kunnen we de data nauwkeurig aflezen.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 15 - Quiz
Bij een staafdiagram staan de staven tegen elkaar aan.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 16 - Quiz
Bij het maken van de diagrammen is het onder andere belangrijk om een titel te geven en de namen bij de assen te zetten.