Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 1 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Inclusief taalgebruik
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Leerdoelen
Wat ken je al?
Uitleg begrippen: diversiteit, inclusief en exclusief taalgebruik
Aan de slag
Nakijken werkblad
Controleren leerdoelen
Slide 2 - Diapositive
Jij ...
... weet na deze les wat inclusief taalgebruik is.
... herkent na deze les inclusief taalgebruik.
... kan na deze les inclusieve taal gebruiken.
Slide 3 - Diapositive
Pak je schrift
Zet de getallen 1 tot en met 10 onder elkaar.
Op elke dia staat één beroep, vul voor elk beroep in of je voelt dat het een mannelijk, vrouwelijk of genderneutraal beroep is.
Ga op je onderbuikgevoel af!
Slide 4 - Diapositive
Kapper
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 5 - Diapositive
Politieagent
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 6 - Diapositive
Basisschooldocent
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 7 - Diapositive
Buschauffeur
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 8 - Diapositive
Brandweerman
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 9 - Diapositive
Tuinman
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 10 - Diapositive
Bouwvakker
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 11 - Diapositive
Secretaresse
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 12 - Diapositive
Dokter
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 13 - Diapositive
Tandarts
Mannelijk
Vrouwelijk
Genderneutraal
Slide 14 - Diapositive
Diversiteit
Waar denk je aan?
Slide 15 - Diapositive
Diversiteit
Niks anders dan dat elk mens verschillend is...
Dat kan zijn op basis van:
huidskleur, gender, leeftijd, religie, cultuur, karakter, politieke voorkeur
Slide 16 - Diapositive
Diversiteit
Slide 17 - Diapositive
Inclusief (en exclusief) taalgebruik
Taalgebruik waarbij je rekening houdt met iedereen.
Voorbeelden:
Negerzoen
Moorkop
Slaaf
Allochtoon
Zwarte Piet
Slide 18 - Diapositive
Nieuwe voorbeelden
(exclusief) Beste meneer/ mevrouw - Beste lezer (inclusief)
(exclusief) Vader/ moeder - ouder (inclusief)
(exclusief) zijn/ haar - hun/ de/ diens (inclusief)
(exclusief) zoon/ dochter - kind (inclusief)
Slide 19 - Diapositive
Herken jij het?
Beste ouder,
Uw kind heeft de afgelopen periode diens examens naar behoren gemaakt. Hierdoor is hun diploma-uitreiking op maandag 8 juli. Wij ontvangen jullie graag met maximaal twee personen.
Met vriendelijke groet,
Het eindexamenbureau
Slide 20 - Diapositive
Herken jij het?
Beste ouder,
Uw kind heeft de afgelopen periode diens examens naar behoren gemaakt. Hierdoor is hun diploma-uitreiking op maandag 8 juli. Wij ontvangen jullie graag met maximaal twee personen.
Met vriendelijke groet,
Het eindexamenbureau
Slide 21 - Diapositive
Aan de slag
Waar? Op je opdrachtenblad
Wat? Opdrachten 1 t/m 3
Hoe? Zelfstandig
Tijd? 20 minuten
Hulp? Vraag het aan de persoon die naast je zit. Kom je er samen niet uit? Vraag het dan aan de docent.
Klaar?Lezen in je leesboek
timer
20:00
Slide 22 - Diapositive
Nakijken - opdracht 1
Inclusief
Exclusief
Inclusief
Exclusief
Exclusief
Exclusief
Inclusief
Exclusief
Inclusief
Slide 23 - Diapositive
Nakijken - opdracht 2
1. Kind 2. Het 3. Diens 4. Grootouder 5. Hen 6. Hen 7. Hen 8. Het 9. Diens 10. Diens
Slide 24 - Diapositive
Voorbeelden opdracht 3
Slide 25 - Diapositive
Controleren leerdoelen
Slide 26 - Diapositive
De hovenier vraagt aan de eigenaar van het huis of er een slang aanwezig is in hun huis.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 27 - Quiz
De lerares van mijn kinderen is heel goed in het werk dat ze doet.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 28 - Quiz
Beste vader en moeder van Peter,
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 29 - Quiz
Uw kind heeft nooit zijn/ haar huiswerk af.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 30 - Quiz
De docent legt aan de leerlingen uit hoe zij hun huiswerk kunnen maken.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 31 - Quiz
De kapster is goed in het werk dat ze doet.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 32 - Quiz
De agent heeft ervoor gezorgd dat diens situatie niet uit de hand liep en zorgde voor een veilige afloop.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 33 - Quiz
Later wil het kind haar mannetje staan in de wereld van vastgoed.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 34 - Quiz
De manager van Ajax heeft het werk niet goed uitgevoerd.
A
Inclusief taalgebruik
B
Exclusief taalgebruik
Slide 35 - Quiz
De voetballer krijgt veel minder geld in het damesvoetbal.