Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Terugblik 4.1 t/m 4.3
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen p1
- Je kan uitleggen waarom producten uit het buitenland belangrijk zijn voor Nederland
- Je kan groei en krimp berekenen in procenten
Slide 2 - Diapositive
Hoe gaan de stromingen bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland
Slide 3 - Question de remorquage
- Ik kan groei en krimp in procenten uitrekenen
Met hoeveel procent is de staatsschuld gegroeid tussen 1990 en 2015?
Slide 4 - Diapositive
Hoe kunnen Nederlandse fabrikanten buitenlandse concurrenten verslaan? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Hogere lonen betalen
B
Betere service bieden
C
Meer produceren
D
Prijzen verlagen
Slide 5 - Quiz
Leerdoelen p2
- Ik kan uitleggen waarom export belangrijk is voor de Nederlandse economie
- Ik kan de import en exportquote uitrekenen
Slide 6 - Diapositive
Een Nederlandse producent van fietsen wil graag meer fietsen verkopen in het buitenland. Hij wil daar de marketingmix voor inzetten. De producent heeft de keuze uit onderstaande mogelijkheden.
Welke onderdelen van de marketingmix adviseer je de producent te gebruiken? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Adverteren in buitenlandse fietsbladen
B
Zorgen voor meer verkooppunten in NL
C
Duurdere materialen gebruiken
D
Gratis accessoire aanbieden bij aankoop fiets in buitenland
Slide 7 - Quiz
Stelling I: Export is goed voor Nederland, omdat export economische groei brengt.’ Stelling II: Export kost veel geld en is daarom niet goed voor Nederland.’ Welke stelling is juist?
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 8 - Quiz
Bedrijven komen in de problemen als hun export daalt. Een stijging van de export heeft veel voordelen. Dan kunnen bedrijven A produceren. De productie levert extra winst op en de werkgelegenheid B
.
A
B
Meer
Minder
Stijgt
Daalt
Slide 9 - Question de remorquage
Het BBP in een land is €734.789 en de import is €489.987. Bereken de importquote
Slide 10 - Question ouverte
Wat zegt een importquote van 67%
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het nationaal inkomen?
Slide 12 - Question ouverte
Bereken de exportquote:
BBP
650 miljard
Export
180 miljard
Import
79 miljard
A
12,2 %
B
39,8%
C
43,9%
D
27,7%
Slide 13 - Quiz
Een land met een hoge exportquote heeft een
A
open economie
B
gesloten economie
C
maakt alles zelf, weinig import dus
D
is vaak arm
Slide 14 - Quiz
Zet onderstaande gebeurtenissen in de juist volgorde. Begin met 1.
1. De vraag in het buitenland neemt toe.
2. Er ontstaat meer vervuiling.
3. De productie gaat omhoog.
4. De consumptie neemt toe.
5. De werkgelegenheid neemt toe.
Slide 15 - Diapositive
Zet onderstaande gebeurtenissen in de juist volgorde. Begin met 1.
1. De vraag in het buitenland neemt toe.
3. De productie gaat omhoog.
5. De werkgelegenheid neemt toe.
4. De consumptie neemt toe.
2. Er ontstaat meer vervuiling.
Slide 16 - Diapositive
Wat is GEEN reden om te importeren?
A
De grondstoffen zitten niet in onze bodem
B
We hebben meer keuze uit producten
C
De producten hebben een betere kwaliteit
D
We gaan meer produceren
Slide 17 - Quiz
Leerdoelen p3
- Ik kan aangeven welke rol Nederland heeft in de internationale handel en de samenstelling van de import en export
- Ik kan de dekkingsgraad van de import uitrekenen
Slide 18 - Diapositive
Er is internationale arbeidsverdeling bij de A van voedsel tussen Nederland en het buitenland. Door de B arbeidsverdeling kunnen Nederlanders en buitenlanders C en goedkoper in hun behoeften voorzien.
A
B
C
Nationale
Productie
Slechter
Beter
Consumptie
Internationale
Slide 19 - Question de remorquage
Wat is een betalingsbalans
A
overzicht van betalingen aan het buitenland
B
Overzicht van de betalingen aan het binnenland
C
Overzicht van de betalingen aan binnen en buitenland
Slide 20 - Quiz
Tekort op de betalingsbalans
Overschot op de betalingsbalans
Slide 21 - Question de remorquage
Nederland is een doorvoerland. Veel goederen die worden geïmporteerd, worden ook weer geëxporteerd. Wat maakt dat Nederland geschikt is als doorvoerland? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
NL heeft een goed duoane
B
NL heeft een goede infrastructuur
C
NL heeft grote havens
D
NL heeft gunstige prijzen
Slide 22 - Quiz
Hoe bereken je de dekkingsgraad?
A
import : export x 100
B
export : import x 100
C
import + export
D
export - import
Slide 23 - Quiz
Stelling: Bij een dekkingsgraad van +100% is de exportwaarde groter dan de importwaarde
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Open of gesloten economie?
1). Kies in onderstaande tekst telkens de juiste woorden.
Nederland heeft een ...1... (gesloten/open) economie, want ons land heeft naar verhouding ...2... (veel/weinig) import en export.
...1...
...2...
gesloten
open
veel
weinig
Slide 25 - Question de remorquage
De importquote van een land is 5% en de exportquote is 6%. In dat land is er sprake van een ...