WiNL_par2.2_DAA

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H2.2 - (On)beheersbare rivieren
Wat zijn de kenmerken van het Nederlandse rivierenprofiel?
Welke gevolgen hebben de eigenschappen van het rivierprofiel van de Rijn en de Maas voor de waterafvoer?

Slide 2 - Diapositive

De grens tussen de stroomgebieden van twee rivieren heet
A
regiem
B
delta
C
waterscheiding
D
stroomstelsel

Slide 3 - Quiz

Welke van de volgende uitspraken over rivieren is/zijn juist? B
I Dicht bij de bron is het verval in het algemeen kleiner dan bij de monding.
II Dicht bij de bron is de rivier in het algemeen breder dan bij de monding.
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Alleen uitspraak 1 is juist
C
Aleen uitspraak 2 is juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

Het geheel van hoofdstroom en zijtakken noem je het ........ van een rivier.
A
regiem
B
stroomgebied
C
verval
D
stroomstelsel

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar? Het debiet van een rivier is het verschil tussen de hoogste en laagste waterafvoer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende definitie:

de hoeveelheid water die een rivier afvoert gemeten in m3/s
A
Regiem
B
Debiet

Slide 7 - Quiz

Debiet= hoeveel m3 water per sec. voorbij stroomt

Slide 8 - Diapositive

Debiet
Het debiet geeft aan hoeveel water er per seconde door een rivier stroomt.
Debiet (m /s)   =   Doorsnede (m  )   x   Stroomsnelheid (m/s)
3
2

Slide 9 - Diapositive

Debiet en regiem van de Rijn
Het debiet is het afgevoerde water in m3 per seconde. 
1
Hier is het debiet van de Rijn weergegeven voor een jaar op 2 plaatsen: Helemaal stroomopwaarts bij Basel en stroomafwaarts bij Lobith (waar de Rijn vanuit Duitsland Nederland binnen komt). 
2
Het verschil van het debiet door een jaar heen wordt het regiem genoemd. Een onregelmatig regiem betekent dat er sommige delen van het jaar sprake is van een hoog debiet en andere delen van het jaar een laag debiet. 
3

Slide 10 - Diapositive

Hier is het debiet van de Rijn weergegeven voor een jaar op 2 plaatsen: Helemaal stroomopwaarts bij Basel (Zwitserland) en stroomafwaarts bij Lobith (waar de Rijn vanuit Duitsland Nederland binnen komt). Het verschil van het debiet door een jaar heen wordt het regiem genoemd. Een onregelmatig regiem betekent dat er sommige delen van het jaar sprake is van een hoog debiet en andere delen van het jaar een laag debiet.  

Slide 11 - Diapositive

Waarom is het debiet van de Rijn bij Lobith (NL) groter dan bij Basel (Zw)

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de relatie (hoe ... hoe) tussen stroomgebied en debiet?

Slide 13 - Question ouverte

relatie tussen stroomgebied en debiet
Hoe beantwoord je zo'n vraag?
Stap 1: Noteer beide definities
Stroomgebied: gebied dat al z'n water afvoert op 1 hoofdrivier.
Debiet: De hoeveelheid water die wordt afgevoerd in m3/sec

Relatie: Hoe groter het stroomgebied, hoe groter het debiet

Slide 14 - Diapositive

Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaarde
Zomerbed
Kribben
Binnendijks

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Vertragingstijd en verstening
Verstening vertragingstijd

Slide 18 - Diapositive

Vertragingstijd

Regenval 

Water in de rivier.

Invloed op de piekafvoer.

Slide 19 - Diapositive

Vertragingstijd dus geen piekafvoer



afhankelijk van:
  1. vegetatie
  2. ondergrond
  3. invloed van de mens

Slide 20 - Diapositive

Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.

-> kortere vertragingstijd en piekafvoer 

Slide 21 - Diapositive

Welke van de volgende ingrepen in het landschap verkorten de vertragingstijd?
A
Het aanleggen van snelwegen
B
Het verharden van tuinen
C
Het ontbossen van een natuurgebied
D
Het verhogen van dijken

Slide 22 - Quiz

Wat is vertragingstijd en wat heeft dat te maken met ontbossing?

Slide 23 - Question ouverte

Weektaak
WiNL  Weektaak: 
 H2 inleiding vraag 1, 3 
H2 §1: vraag 1, 3, 4, 6 
H2 §2: vraag 1, 2, 4, 5, 6, 7, 10 

Slide 24 - Diapositive