H5 politiek

Wie zit er in het kabinet?
A
ministers en staatssecretarissen
B
Koning en ministers
C
Eerste en Tweede kamerleden
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wie zit er in het kabinet?
A
ministers en staatssecretarissen
B
Koning en ministers
C
Eerste en Tweede kamerleden

Slide 1 - Quiz

Na deze les kan ik 
  • uitleggen hoe het kabinet tot stand komt 
  • uitleggen wat de taken van de regering zijn 
  • de taken van de koning benoemen  

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

kabinetsformatie
Voor een coalitie is het volgende nodig: 
1. Partijen moeten samen 76 of meer zetels hebben. 
2. Ze moeten kunnen samenwerken 
kabinet: ministers en staatssecretarissen
staatssecretaris: een hulpminister  
regering: ministers samen met de koning
kabinetsformatie: onderhandelingen over welke partijen samen gaan regeren
coalitie: twee of meer partijen die samen de regering vormen

uitleg

Slide 4 - Diapositive

Tweede Kamerverkiezingen
Elke 4 jaar stemt het volk op de Tweede Kamer.

Er zijn 150 zetels die worden verdeeld over de politieke partijen.

Na de verkiezingen begint de formatie van het kabinet. 
uitleg

Slide 5 - Diapositive

1. Onderzoek 
De Tweede Kamer benoemt een informateur. Dat is een ervaren politicus die gaat onderzoeken welke partijen samen een coalitie kunnen vormen. 

Voor een coalitie is het volgende nodig: 
1. Partijen moeten samen 76 of meer zetels hebben. 
2. Ze moeten kunnen samenwerken 
uitleg

Slide 6 - Diapositive

2. De informatie 
De informateur voert gesprekken met de partijen die samen een kabinet willen vormen. 

Ze stellen een regeerakkoord op. Daarin staan de plannen voor de komende jaren. 
informateur Tjeenk Willink met de kamervoorzitter (april 2021)
uitleg

Slide 7 - Diapositive

3. De formatie 
De Tweede Kamer benoemt de formateur. Meestal is dat de leider van de grootste partij in het nieuwe kabinet. 
Hij/zji overlegt met de coalitiepartijen over de verdeling van ministeries en staatssecretarissen. 
Meestal wordt de formateur de minister-president. 
uitleg

Slide 8 - Diapositive

4. Beëdiging 
Het nieuwe kabinet wordt door de Koning beëdigd. Ze worden officieel benoemd


uitleg

Slide 9 - Diapositive

machtsmiddelen (GT) 
Het kabinet heeft een aantal machtsmiddelen 
  • regeringspartijen hebben een meerderheid in het parlement 
  • ministers hebben hulp van veel deskundige ambtenaren 
  • afspraken zijn vooraf vastgelegd in een regeerakkoord 
  • kabinet kan dreigen met een kabinetscrisis
uitleg

Slide 10 - Diapositive

Wat doet het kabinet? 
Elke minister heeft zijn eigen beleidsterrein (onderwerp)
Ministerraad: dit zijn alle ministers samen 
kabinet: ministers en staatsecretarissen
 
Het kabinet heeft de volgende taken: 
1. Wetten maken 
2. Wetten uitvoeren 
3. opstellen van rijksbegroting (wordt voorgesteld met Prinsjesdag) 


Slide 11 - Diapositive

Prinsjesdag 
Koning leest de troonrede voor. Hierin staat wat de ministers hebben bereikt en welke plannen ze hebben voor volgend jaar. 
In de rijksbegroting staat het overzicht van de inkomsten en uitgaven voor het komende jaar. 
In de algemene beschouwingen debatteert de Tweede Kamer over de plannen en rijksbegroting. 
uitleg

Slide 12 - Diapositive

Constitutionele monarchie
De koning is het staatshoofd van Nederland (monarchie). Hij moet zich aan de grondwet (constitutie) houden. 
Via erfopvolging, wordt binnen één familie bepaald wie het volgende staatshoofd wordt. 

Niet iedereen wil dat Nederland een monarchie is. Sommige mensen willen liever een republiek (een gekozen president). 
uitleg

Slide 13 - Diapositive

Koning 
  • Ministeriële verantwoordelijkheid: kabinet is verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet 
  • is onschendbaar: de koning hoeft aan niemand uit te leggen wat hij doet of waarom
  • Geheim van Noordeinde: wekelijks overleg met minister president  
uitleg

Slide 14 - Diapositive

Wat doet de koning? 
  • ministers en staatssecretarissen beëdigen 
  • symbolische functie: handtekening onder wetten zetten, burgemeesters benoemen, overleg met minister president. 
  • ceremoniële functie: troonrede voorlezen op Prinsjesdag 
  • representatieve functie: ons land vertegenwoordigen in het buitenland  
uitleg

Slide 15 - Diapositive

Wie schrijft de troonrede
A
koning
B
ministers

Slide 16 - Quiz