Intramusculair injecteren

Welkom bij de les!
 Programma (theorie)
  • Intramusculair injecteren
  • Microlearning IM injectie
  • Vingerprik
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
MthMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij de les!
 Programma (theorie)
  • Intramusculair injecteren
  • Microlearning IM injectie
  • Vingerprik

Slide 1 - Diapositive

MTH 22 mei gastdocenten


Mw. J. Dorsman en 
mw. N. van der Molen
Bloedafnamelaboratorium NWZ Alkmaar

Slide 2 - Diapositive

Verslag maken van deze gastles
-Wat heb je gehoord en gezien?
-Wat heb je geleerd?
-Hoe kan je deze kennis in het toekomstig beroep toepassen?
-Inleveren is NIET vrijblijvend! +1 punt volgende MTH toets.

Slide 3 - Diapositive

Voorwaarden verslag:
inleveren 30-05-2023

-Begin met jouw voor- en achternaam.
-Datum van de gastles en namen gastdocenten.
-Foutloos NL.
-Geef antwoord op voorgaande vragen.
-Tenminste halve A4.

Slide 4 - Diapositive

Intramusculaire injectie
  • In de spier
  • In bovenbeen, bovenarm of bil
  •  Zie bijsluiter van de injectievloeistof en figuur 4.7, 4.8 en 4.9 van je boek MTH

  • vb: tetanus, vitamine B12, prikpil

Slide 5 - Diapositive

Waar dien je de intramusculaire injectie toe in de bil?​​
Dorsogluteale gebied bil​

Bovenste Buitenste Bilkwadrant​​
Lange naald gebruiken!

Zenuwen -> gevolgen





Slide 6 - Diapositive

Waar dien je de intramusculaire injectie toe in de bovenarm?​​
Musculus deltoideus
(Spier bestaat uit 3 delen: delta)

Op deze plekken het minste kans om zenuwen of bloedvaten te raken

Slide 7 - Diapositive

Waar dien je de intramusculaire injectie toe in de bovenbeen?​​
Musculus vastus lateralis
(grote zijspier)

Slide 8 - Diapositive

Mircolearning IM injectie
https://www.bsl.nl/injecteren/

Slide 9 - Diapositive

Bloedafname

Slide 10 - Diapositive

Bloedonderzoek
Bloed wordt vaak uit een ader, slagader of de haarvaten gehaald.

Uit de haarvaten heet capillair bloed -> verkregen uit vingerprik (of bij baby's uit de hiel, het bekende hielprikje)
Uit de ader heeft veneus bloed -> elleboogholte
Uit de slagader heet arterieel bloed -> meestal uit de liesslagader (kan pijnlijk zijn)

Slide 11 - Diapositive

Verschillende soorten 
prikpennen (lancetten)

Slide 12 - Diapositive

De lancetten zijn
  • voor eenmalig gebruik
  • patiëntvriendelijk
  • voelt als een klein prikje

Slide 13 - Diapositive

Lees van je boek paragraaf 5.13.3 

(blz 112 t/m 114)

En het protocol vingerprik met lancet, blz 25 en 26 en 29

Slide 14 - Diapositive

Uit een vingerprik haal je ........ bloed
A
capillair
B
arterieel
C
haarvaat
D
veneus

Slide 15 - Quiz

Een waaknaald ........
A
is een infuusnaald die je in de gaten houdt
B
zit in een slagader
C
is een infuusnaald die niet is aangesloten
D
krijg je als in shock bent

Slide 16 - Quiz

De vingerprik vind plaats in de
A
middelvinger
B
ringvinger
C
vinger van de dominante hand
D
ring of middelvinger

Slide 17 - Quiz

Wat kun je doen als de patiënt koude vingers heeft?
A
heel hard stuwen om bloed te krijgen
B
hand naar beneden laten hangen
C
een warmtepakking
D
hand laten wassen met warm water

Slide 18 - Quiz

Wat doe je met het gebruikte lancet?
A
Bij het huishoudelijk afval
B
Die gebruik je nog een keer
C
In de naaldcontainer
D
Terug in het bekkentje

Slide 19 - Quiz

Hoe kan de eerste druppel een foutief lage uitslag geven?
A
Door weefselvocht
B
Doordat het bloed er meteen uitspuit
C
Dit kan alleen een foutief hoge uitslag geven

Slide 20 - Quiz

Alcohol bij een vingerprik
A
Gebruik je om de vinger te ontsmetten
B
Kan een foutieve uitslag geven

Slide 21 - Quiz

HB bepaling
Doel: 

Bepaling van het hemoglobine gehalte in het bloed bij verdenking bloedarmoede (anemie)

Slide 22 - Diapositive

Oorzaken
  • Meestal ijzergebrek (bv door veel bloedverlies) 
  • Geeft weinig klachten

Slide 23 - Diapositive

HemoCue meter
Cuvette HemoCue

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Foutbronnen HB meting
  • te koude vingers
  • te hard stuwen
  • onvoldoende gevulde cuvette
  • luchtbellen in de cuvette

Slide 26 - Diapositive

LET OP
  • Houdbaarheidsdatum potje cuvette

  • Bewaren bij kamertemperatuur

  • Sluit de pot altijd goed af 

  • Noteer de waarde in het dossier (mmol/l)

Slide 27 - Diapositive

Glucose bepaling
Doel:
  • meten bloedsuikerconcentratie
  • (bv bij keuringen, DM aantonen of uitsluiten, of de instelling controleren van DM patiënten) 

Voorkeur:
Nuchter prikken

Slide 28 - Diapositive

Veeeeel soorten meters

Slide 29 - Diapositive

LET OP
  • Code teststrip komt overeen met apparaat
  • Hoge uitslag kan door vieze handen komen (het net eten van fruit bv) -> handen laten wassen
  • te weinig bloed op de teststrip
  • Gestuwde druppel of uit oedeem kan teveel vocht bevatten
  • houdbaarheidsdatum!!
  • Uitslag kan beïnvloedt zijn door stress, koorts en alcoholinname
  • Klopt de uitslag met wat je ziet? (bv 1,5 mmol/l zonder klachten)
  • Noteer uitslag in dossier (mmol/l)

Slide 30 - Diapositive

Nog tijd voor een voorbeeld uit de praktijk?

Wie wil de patiënt zijn?
(Je krijgt dus een echt vingerprikje 

Slide 31 - Diapositive