par, 4 Wat als er geen werk is?

Wat als er geen werk is?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat als er geen werk is?

Slide 1 - Diapositive

Wat is onslag?

Slide 2 - Carte mentale

Ontslag:
Als er een einde komt aan een arbeidsovereenkomst

Slide 3 - Diapositive

Op welke twee manieren kan er een einde komen aan een arbeidsovereenkomst?

Slide 4 - Question ouverte

Wanneer stop je met werken na een ontslag?
A
Direct
B
Na 1 maand
C
Na 1 week
D
Na 2 maanden

Slide 5 - Quiz

Opzegtermijn
Het moment tussen ontslag en het einddatum van jouw baan. Meestal 1 tot 2 maanden.

Slide 6 - Diapositive

Wat zou er kunnen gebeuren tijdens de opzegtermijn

Slide 7 - Carte mentale

Wat is ontslag op staande voet?
A
Je slaat de medewerker op zijn voet
B
Als de werkgever een tijdelijk contract niet verlengd
C
Als de medewerker direct naar huis wordt gestuurd door ernstig verwijtbaar gedrag
D
Als de werkgever een medewerker met een vast contract ontslaat met toestemming van de rechter

Slide 8 - Quiz

Onder welke voorwaarden wordt je als werkeloze meegeteld?
A
Je hebt geen baan
B
Je bent actief op zoek naar werk
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd
D
Je kunt meteen beginnen als er een baan voor je is.

Slide 9 - Quiz

Wat is niet fijn aan werkeloos zijn?

Slide 10 - Carte mentale

Werkloos 
Schrijf je in bij het UWV.
Belangrijkste taken van deze overheidsinstelling:
* bepalen of je recht hebt op een werkloosheidsuitkering
*hulp bieden bij het vinden van een baan.

Slide 11 - Diapositive

Wat kun je doen als je werkeloos bent en je wilt een inkomen krijgen?

Slide 12 - Question ouverte

wat doet het UWV?
A
zorgt dat jij een ww-uitkering krijgt als je daar recht op hebt
B
helpt met het zoeken naar een nieuwe baan
C
zorgt ervoor dat je weer aan het werk komt
D
geeft je geld zodat je in je basisbehoeften kunt voorzien

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Hoe hoog is een WW (=werkeloosheidswet) uitkering?
A
De eerste twee maanden 75% van je brutoloon voor ontslag
B
Evenveel als je brutoloon voor ontslag
C
Na twee maanden 70% van je brutoloon voor ontslag
D
110% van je brutoloon voor ontslag

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig Werken

Slide 16 - Diapositive