240404 grammatica §10 + Thema C §4

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:
  • pen
  • schrift
  • werkboek
  • iPad
  • leesboek
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom H1e!
Deze spullen heb ik nodig:
  • pen
  • schrift
  • werkboek
  • iPad
  • leesboek

Slide 1 - Diapositive

3 vragen om mee te oefenen
  1. Benoem alle lidwoorden (blw/olw) en zelfstandig naamwoorden (zn) in onderstaande zin.  

    Een van de leerlingen uit klas H1e heeft een boek geleend bij de bibliotheek.

  2. Benoem nu alle werkwoorden > hulpwerkwoord / zelfstandig werkwoord.

    Een van de leerlingen uit klas H1e heeft een boek geleend bij de bibliotheek.

  3. Een bijvoeglijk naamwoord kan ook achter een zelfstandig naamwoord staan. 
    waar / niet waar
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Woordsoorten herhalen (7 min)
  3. Grammatica woordsoorten §10 uitleg (5 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Pauze (4 min)
  6. Thema C > on/off  

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Dit kan ik al!
  • (on)bepaalde lidwoorden
  • Zelfstandig naamwoorden
  • Bijvoeglijk naamwoorden
  • Hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden
  • Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Woordsoorten herhalen (7 min)
  3. Grammatica woordsoorten §10 uitleg (5 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Pauze (4 min)
  6. Thema C > on/off  

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen

Ik kan voorzetsels herkennen in een zin.

Ik weet wat vaste voorzetsels zijn.


Slide 6 - Diapositive

Wat weet je nog?
Weet je nog wat voorzetsels zijn?

Schrijf in 20 seconden zoveel mogelijk voorzetsels op
timer
0:20

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Vaste voorzetsels
Sommige werkwoorden hebben altijd hetzelfde voorzetsel:
een vast voorzetsel

  1. Ik hou .... pindakaas.
  2. Ik ga akkoord .... jouw voorstel.
  3. Ik ben blij ..... jou.
  4. Wil jij de brief doorgeven ..... Sophie?


Slide 9 - Diapositive

Voorzetseluitdrukking
Sommige zelfstandig naamwoorden hebben altijd hetzelfde voorzetsel:
een voorzetseluitdrukking

  1. In overleg met
  2. door middel van
  3. .... verband ....


Slide 10 - Diapositive

Welk vast voorzetsel hoort er bij dit werkwoord:

Ik geniet enorm ..... het zonnetje.

Slide 11 - Question ouverte

Welke voorzetsels zie je in de volgende zin:

In de tuin van de buren staat een grote appelboom.

Slide 12 - Question ouverte

Welke voorzetsels zie je in de volgende zin:

Ik rij met mijn fiets de berg op.

Slide 13 - Question ouverte

Oefenen grammatica §10 (blz. 222)
Opdracht: 
Maak van cursus 5 > §10 > opdracht 2 t/m 5


Hoe: Je maakt het alleen
Nodig: iPad
Klaar: Oefen online via taaloefenen.nl > woordsoorten > lw / zn/ bn/zww/hww/bezit. vnw / vr. vnw/vz (niveau 3)





timer
12:00

Slide 14 - Diapositive

Exit-ticket
Welke voorzetsels staan er in deze zin:


Ik loop met mijn nieuwe schoenen zo de winkel uit.

Slide 15 - Diapositive

Pauze
timer
4:00

Slide 16 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Woordsoorten herhalen (7 min)
  3. Grammatica woordsoorten §10 uitleg (5 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Pauze (4 min)
  6. Thema C > on/off  

Slide 17 - Diapositive

On/off
We hebben klassikaal een enquete ingevuld.

We hebben gelezen over Lauren en jullie hebben haar advies gegeven.

  • Je weet wat je wel en niet moet doen bij het maken van een vlog.

Slide 18 - Diapositive

Thema 'on/off' §4
Opdracht:
We bekijken een filmpje.

Schrijf mee:
+ Welke tips geeft de vlogger
- Wat moet je vooral niet doen?



Slide 19 - Diapositive

Tips

  1.   
  2.  
  3.  

Dit moet je vooral niet doen!

  1.  
  2.  
  3.  
  4.  

Slide 20 - Diapositive

Thema 'on/off' §4
Opdracht:
We bekijken nog een vlog.

Geef van de onderstaande stellingen aan of je ze vindt kloppen:
  • Hij heeft een duidelijke inleiding
  • Hij is goed verstaanbaar
  • Het beeld is niet duidelijk
  • De vlog is met één shot opgenomen



Slide 21 - Diapositive

Volgende les
Huiswerk: 
geen

Volgende les:
Grammatica §12 - bijwoord

Slide 22 - Diapositive