V1 week 37

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour! 

* herhaling voorstellen

*les 1 D'accord, lezen, oefeningen maken/bespreken

Doel; je kunt jezelf voorstellen en je kunt een tekstje lezen in het Frans

Wat gaan we doen? 

* On se présente! ; begroeten en voorstellen

* uitleg lessen: wat heb je nodig?

* waarom Frans leren? 

* oefenen

Wat neem je mee?

* aantekeningenschrift

* tekstboek en werkboek

* chromebook

*etui

On commence!

Je me présente;

Je m'appelle madame Maas.

Je suis professeur de français et d'anglais.

J'ai 50 ans.

J'habite à Bleiswijk; un village entre Rotterdam et La Haye.

Ma famille;

J'ai deux enfants; une fille, elle s'appelle Inez, et un fils, il s'appelle Léon. 

Inez a 19 ans, et Léon a 16 ans.

Et puis..

Voici notre chat. il s'appelle Oscar, il a 8 ans. 

Et voilà...

C'est Bobby, notre chien. Il a 4 mois. Il est adorable.

A toi maintenant! 

Neem de volgende aantekening over in je schrift

jongeren/ les jeunes

A Begroeten;

Salut! Hoi!

Ça va? Hoe gaat het? 

(stem omhoog) 

Ça va.  Het gaat ok.

Ça va bien!  Het gaat goed!

Ça va mal. Het gaat slecht.

volwassenen/ les adultes

Bonjour! Goedendag

Comment allez-vous? Hoe gaat het met u?

Je vais bien, merci! Het gaat goed, dank je/dank u.

les jeunes

 B Se présenter= voorstellen

Comment tu t'appelles?Hoe heet je?

Je m'appelle ..... ik heet....

of; 

Je suis ..... ik ben .....

les adultes

Comment vous appelez-vous?

Je m'appelle ......

les jeunes

C Afscheid nemen;

Salut! Doei!

(Ciao! Doei!)

Au revoir! Tot ziens!

A bientôt! tot gauw!

A tout à l'heure! Tot straks!

les adultes

Au revoir! Tot ziens

A bientôt! Tot snel

A tout à l'heure!  Tot straks

A demain! Tot morgen

Even oefenen...

Présente toi!

Hoe begroet je mevrouw Maas in het Frans?

1. Salut!
2. Bonjour!

Marc ontmoet een klasgenoot, hoe begroet hij hem?

1. Ciao!
2. Salut!
3. Bonjour!
4. Allô!

Als je de klas verlaat zeg je;

1. Salut!
2. A bientôt
3. Ciao!
4. Au revoir!

Om jezelf voor te stellen zeg je ;

Huiswerk; 

leren aantekening 1 , oefenen!