Hoofdstuk 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Programma

• Terugblik vorige les (quiz)
• Uitleg nieuwe theorie
• Aan het werk
• Huiswerkcontrole
• Huiswerk

Welk woordenrijtje bestaat alleen uit voorzetsels?

1. in - uit - naast - de - tijdens
2. voor - achter - pizza - bij - tussen
3. onder - achter - met - tegen - tijdens
4. een - in - tussen - de - van - op

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord: bestaan?

1. met
2. in
3. uit
4. van

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........van de les moet ik direct naar huis.

1. met
2. door
3. achter
4. van

In de stad ben ik van hot naar her gelopen om die leuke broek te kopen. Hoeveel voorzetsels zitten er in deze zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel voorzetsels zie je staan?
Op, onder, mooie, in, gele, per, paarse, auto, de, lieve, voor.

1. 7
2. 5
3. 8
4. 6

Woordenschat H5

Doel:

Aan het einde van de les kan iedereen spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen, en het verschil benoemen.

Spreekwoorden

• Is een zin met een bepaalde wijsheid

Voorbeeld: 

- laatste lootjes wegen het zwaarst

- iemand de mond snoeren 

- een oogje op iemand hebben

Uitdrukkingen

• Een vast woordgroep met figuurlijke betekenis

Voorbeeld:

- Je laatste adem uitblazen 

- Een hondenleven hebben 

Aan het werk..

Woordenschat H5 (blz. 183)

• Groep 1: opdracht 1 t/m 4 
  

Groep 1 klaar? Oefenboek blz. 56, opdracht 1 t/m 6 

• Groep 2 (3): opdracht 1 t/m 7

Groep 2 klaar? 

Oefenboek blz. 56, opdracht 1 t/m 6 en blz. 72, opdracht 1 t/m6

• Groep 1 en 2 (3) met alles klaar? --> nakijken!

Huiswerk 

• Vrijdag 7 april s.o dictee (weging 1x). 
  

- Leer de woorden van opdracht 5 van de hoofdstukken: 

Spelling H3 (blz. 114) en spelling H4 (blz. 154)

Terugblik les

Wat is een voorzetsel? 

Wat is een spreekwoord? 
Wat is een uitdrukking? 

Voorbeeld?