T2_ei/ie Sara
1 / 22
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
👂Luister. Hoor je ei?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
👂Luister. Hoor je ei?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
👂Luister. Hoor je ei?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
👂Luister. Hoor je ei?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Neem een foto van een woord met ie.
Slide 7 - Question ouverte
👂Luister. Hoor je ei of ie?
A
B
Slide 8 - Quiz
👂Luister. Hoor je ei of ie?
A
B
Slide 9 - Quiz
👂Luister. Hoor je ei of ie?
A
B
Slide 10 - Quiz
👂Luister. Hoor je ei of ie?
A
B
Slide 11 - Quiz
👂Luister. Wat hoor je?
A
wiel
B
weel
C
meel
D
wei
Slide 12 - Quiz
👂Luister. Wat hoor je?
A
plien
B
pijn
C
plein
D
lijn
Slide 13 - Quiz
Neem een foto van een woord met ie.
Slide 14 - Question ouverte
👂✍ Luister en schrijf.
Slide 15 - Question ouverte
👂✍ Luister en schrijf.
Slide 16 - Question ouverte
👂✍ Luister en schrijf.
Slide 17 - Question ouverte
👂✍ Luister en schrijf.
Slide 18 - Question ouverte
Kijk. Wat is dit?
A
weer
B
dier
C
dweil
D
blij
Slide 19 - Quiz
Kijk. Wat is dit?
A
veel
B
klein
C
keel
D
leen
Slide 20 - Quiz
Kijk. Wat is dit?
A
reep
B
tien
C
trien
D
trein
Slide 21 - Quiz
Kijk. Wat is dit?
A
maart
B
naam
C
mei
D
ijs
