Hoofdstuk 5. Planten - Paragraaf 5.3 Planten voeden zich

Fotosynthese

-
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Fotosynthese

-

Slide 1 - Diapositive

Doelstelling
Je kunt uitleggen wat fotosynthese is en welke stoffen een plant nodig heeft om aan dit proces te kunnen werken.  

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat gebeurt er nu echt? Lees de tekst en kijk naar het plaatje
1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 4 - Diapositive

CO2 is koolstofdioxide
Koolstofdioxide wordt gebruikt bij de fotosynthese.
2
C6H12O6 is glucose
Glucose ontstaat bij de fotosynthese.
5
O2 is zuurstof.
Zuurstof ontstaat bij de fotosynthse.
6
H2O is water.
Water wordt gebruikt bij de fotosynthese.
1
Alleen onder invloed van zonlicht vindt er fotosynthese plaats.
4
Fotosynthese vindt alleen plaats in de bladgroenkorrels van een plant.
3
Klik de nummers aan voor extra informatie

Slide 5 - Diapositive

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 6 - Question de remorquage

Welke stoffen een plant nodig om zuurstof te maken?

Slide 7 - Question ouverte

Welke stoffen kan een plant zelf maken vanuit fotosynthese?

Slide 8 - Question ouverte

Wanneer kan een plant zelf geen voeding maken?

Slide 9 - Question ouverte


Water +  koolstofdioxide + zon (energie) → Zuurstof + Suikers (glucose)

1: De plant neemt water en mineralen op uit de grond.

2: De plant neemt koolzuurgas (koolstofdioxide) op met het blad.

3: In het blad (bladgroenkorrels) worden koolzuurgas en water met elke gemengd met behulp van zonlicht.

4: Door het mengen ontstaat zuurstof en suikers (glucose).

5: Een deel van de zuurstof wordt aan de lucht gegeven.

6: De overige zuurstof en suiker gebruikt de plant om te leven.


Slide 10 - Diapositive

Waar gebruikt hij die suiker dan voor?
De plant kan de glucose weer gebruiken en omzetten in andere dingen:

1: Eiwitten, zijn voor groei van de plant en opslag. Eiwitten worden gemaakt met behulp van mineralen uit de grond.

2: Vetten, opslagvoedsel voor de zaadjes.

3: Zetmeel, opslagvoedsel voor plant zelf.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Voor fotosynthese heeft de plant ..... nodig?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en licht
C
Water, koolstofdioxide en licht
D
Licht, zuurstof en koolstofdioxide

Slide 13 - Quiz

Welke stof wordt vooral door de plant gebruikt om te groeien?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Zetmeel
D
Mineralen

Slide 14 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in de?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Bloemen
D
Vruchten

Slide 15 - Quiz

Waarom kan fotosynthese niet in de wortels plaatsvinden?

Slide 16 - Question ouverte

Planten slaan het gemaakte voedsel op in de wortels, stengels of bladeren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Als de plant eten opslaat in de bladeren noem je dit een "knol"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Noem een voorbeeld van een onderdeel van een plant waar veel zetmeel in zit en wat wij kunnen eten.

Slide 19 - Question ouverte