03. Verhaallijnen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Welkom: denk aan de regels!

1. Jas op de kapstok

2. Petten af

3. Telefoon in de telefoontas

4. Kauwgom uit

5. Pak je spullen alvast

Wat gaan we vandaag doen?

1. Gedicht (5 minuten)
2. Herhaling brugklas (5 minuten)
3. Voorlezen (10 minuten)
4. Uitleg verhaallijnen (10 minuten)
5. Zelf aan de slag (20 minuten, eerste 10 minuten in stilte)

Wat heb je in leerjaar 1 geleerd?

Hoofdpersoon: wat is een hoofdpersoon?

- Het personage van wie je weet wat hij/zij denkt of voelt.

Je zegt dan ook wel dat het perspectief bij hem ligt.

Verschil in perspectief

• Ik-perspectief: het verhaal is in de ik-vorm geschreven.
• Hij/zij-perspectief: het verhaal is in de hij- of zij-vorm geschreven. 
• Wisselend perspectief: het perspectief ligt bij meerdere personen. Bijvoorbeeld het ene hoofdstuk bij August en het andere hoofdstuk bij Jack.

Voorlezen

• Pak pagina 73 van je boek erbij
• Lees het fragment mee
• Streep woorden aan die je niet kent

Wat weten we eigenlijk over Syrië?

Verhaallijnen

• Een verhaallijn beschrijft wat een personage allemaal meemaakt.

•  Het verhaal heeft meerdere hoofdpersonen met elk een eigen perspectief.
• Het verhaal speelt zich (vaak) af in verschillende tijden.
• Het verhaal speelt zich (vaak) af op verschillende plaatsen.

Zelf aan de slag

Lees: het de tekstfragmenten op pagina 73 t/m 75 nog een keer.

Maak: opdracht 1 t/m 3 op pagina 73 t/m 77 van je boek.

Tijd: Tien minuten in stilte. Daarna bespreken we opdracht 1 en een deel van opdracht 2.

Klaar met opdracht 1 t/m 3: lees het groene kader op pagina 78 en maak opdracht 1.

Opdrachten

• Pak pagina 73 van je boek erbij
• We bespreken de opdrachten

Zelf aan de slag

Maak: opdracht 1 t/m 3 op pagina 73 t/m 77 van je boek.

Tijd: Tot het einde van de les.

Hulp: Je mag op fluistertoon met je buurvrouw/buurman overleggen. Kom je er samen niet uit, dan steek je een vinger op en kom ik je helpen.

Klaar met opdracht 1 t/m 3: lees het groene kader op pagina 78 en maak opdracht 1.