Hart en hartritme

Hart en hartritme
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hart en hartritme

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma.
Opbouw Hart.
Hartritme.
Hartritme stoornissen.
Hartfalen.
Oorzaak hartfalen.
Quiz

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw hart

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartritme
Sinusknoop
AV-knoop
Bundel van His

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartritmestoornissen
  • Hartritme: De snelheid waarmee het hart samentrekt
  • Hartritmestoornis: Langdurige verstoring van het normale hartritme
  • Bijvoorbeeld te hoog, te laag of onregelmatig

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De sinusknoop bepaalt het hartritme

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartritme
Hartslagfrequentie

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten hartritmestoornissen
Atriale extrasystolen:


Ventriculaire extrasystolen:


Atriumfibrilleren:


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartritmestoornissen 
Atriumfibrilleren: Boezemfibrilleren
  • Boezems worden te snel en onregelmatig geprikkeld
  • Boezems trekken niet effectief samen
  • Onregelmatige en te snelle hartslag

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Atriumfibrilleren (AF)
  • Boezemfibrilleren;
  • Boezems geven zeer snelle en onregelmatige impulsen af > AV-knoop heeft deze impulsen onregelmatig door naar de kamers > pols is onregelmatig;
  • Voorkomende oorzaken: hypertensie, aandoeningen mitralisklep en verminderde pompfunctie linkerkamer;
  • Gevaren: trombo-embolie en hartfalen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartfalen (Decompensatio cordis)
  • Het hart werkt niet meer goed, het hart faalt.
  • Bloed wordt onvoldoende door het lichaam gepompt.
  • o.a. door overbelasting door hoge bloeddruk (tensie), hartinfarct.
  • Hartspier is te stijf of de hartspier knijpt minder goed.
  • Organen en spieren krijgen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen.
  • Bloedvaten raken 'vol' en er lekt vocht uit.

Slide 14 - Diapositive

Decompensatio cordis (hartfalen)

Met decompensatio cordis wordt bedoeld dat het hart niet goed meer werkt. Het hart faalt. Als de hartspier ziek is, zal hij niet meer perfect kunnen functioneren. Het hart zal het bloed dan onvoldoende doorpompen, omdat het daar niet meer voldoende kracht voor bezit.
Dit is het geval bij een ontsteking van de hartspier. Als de bloeddruk jarenlang verhoogd is, moet het hart altijd een extra inspanning leveren en wordt het hart steeds groter. Als de hartspier zich vergroot, wordt hij ook stijver. De verhoogde stijfheid van de hartspier zorgt ervoor dat het hart minder goed functioneert.
Als het hart de hele tijd overbelast is, zal het na een tijd ook gaan falen in zijn functie. Dit gebeurt als het hart constant extra veel bloed moet doorpompen. Dat is het geval als het bloedvatenstelsel overvuld is.

Hartfalen komt vaak voor samen met andere aandoeningen.  Aandoeningen die vaak samen met hartfalen voorkomen en elkaar beïnvloeden zijn:
COPD (chronische longziekte)
boezemfibrilleren
hoge bloeddruk
diabetes
nierproblemen
slaapstoornissen
Oorzaken van hartfalen
  • Hartinfarct
  • Hoge bloeddruk
  • Hartklepafwijkingen
  • Ritmestoornissen
  • Ziekte van de hartspier 
Combinatie van bovenstaande oorzaken kan ook leiden tot hartfalen 

Slide 15 - Diapositive

Elke aandoening die het hart rechtstreeks aantast, kan leiden tot hartfalen en hetzelfde geldt voor aandoeningen die het hart indirect aantasten.

1. Een oud hartinfarct is in vier van de vijf gevallen de oorzaak van hartfalen. Een hartinfarct beschadigt een deel van de hartspier, waardoor de pompkracht van het hart minder kan worden - kán worden, want dat gebeurt zeker niet altijd.

2. Bij een hoge bloeddruk moet het hart harder werken. De hartspier moet het bloed tegen een hoge druk in pompen en verliest na verloop van tijd zijn souplesse. De spier wordt dan dikker en stijver, waardoor de pompkracht van het hart afneemt. Het proces versterkt zichzelf: hoe stijver de spier, hoe moeilijker het hart het heeft en hoe groter het risico dat de overbelaste spier nog stijver wordt.

3. Klepgebreken zijn een derde oorzaak. Het hart moet harder werken als één van de vier hartkleppen is vernauwd of niet meer goed sluit. De doorstroming van het bloed is dan belemmerd. Na verloop van tijd kan de hartspier hierdoor zijn pompkracht verliezen.

4. Een hartritmestoornis zoals boezemfibrilleren kan gevolgen hebben voor de pompkracht van het hart. Het ritme van samenknijpen is te snel, te langzaam of te onregelmatig, waardoor de uitstroom van bloed minder krachtig en gelijkmatig is.

5. Cardiomyopathie is een ziekte van de hartspier. Sommige mensen met cardiomyopathie krijgen hartfalen, maar niet allemaal.
Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de prikkel in het hart ontstaat in de
A
purkinje vezel
B
bundel van his
C
AVknoop
D
sinusknoop

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke route legt het bloed af van hart tot hart?
A
Hart- slagaders- aders- haarvaten- hart
B
Hart- aders- haarvaten- slagaders- hart
C
Hart- slagaders- haarvaten- aders- hart
D
Hart- aders- haarvaten- slagaders- hart

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
systole
diastole
Samentrekking van het hart.
Ontspannen van het hart
Zuurstofarm bloed wordt door het hart de longen in gepompt. 
Zuurstofrijk bloed wordt door het hart het lichaam in gepompt.

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Arteria coronaria
Vena cava superior
Aorta
Arteria Pulmonalis
Vena Pulmonalis

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens een hartritme stoornis is de hartslag:
A
Te snel
B
Te langzaam
C
Onregelmatig
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde Les

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions