Les 5: Noorwegen, Zweden en Denemarken

Les 5: 'Scandinavië'
Noorwegen, Zweden en Denemarken

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
topografieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 5: 'Scandinavië'
Noorwegen, Zweden en Denemarken

Slide 1 - Diapositive

Welke plaatsen/steden ken je in Scandinavië?

Slide 2 - Carte mentale

Ben je wel eens in Scandinavië geweest?
A
Ja
B
Nee
C
Wat is Scandinavië?

Slide 3 - Quiz

Kopenhagen

Slide 4 - Diapositive

CPH

Slide 5 - Diapositive

Stockholm

Slide 6 - Diapositive

ARN
(GOT)

Slide 7 - Diapositive

Oslo

Slide 8 - Diapositive

OSL
(TRD)
BGO

Slide 9 - Diapositive

Oefenen! 
Seterra en Quizlet

Slide 10 - Diapositive

Tijd voor Seterra Scandinavië

Slide 11 - Diapositive

Zweden
Noorwegen
Denemarken

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is de hoofdstad van Noorwegen?
A
Stockholm
B
Reykjavik
C
Kopenhagen
D
Oslo

Slide 13 - Quiz

Is Noorwegen lid van de Europese Unie?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Oslo
Trondheim

Slide 15 - Question de remorquage

Wat is na Oslo de grootste stad van Noorwegen?
A
Bergen
B
Trondheim
C
Stavanger
D
Kristiansand

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn de juiste IATA codes voor Oslo, Bergen en Trondheim?
A
OLS, BRG en TRO
B
OSL, BGO en TRD
C
OSL, BER en TRO
D
OLS, BGO en TRO

Slide 18 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Zweden?

Slide 19 - Question ouverte

Waar ligt Stockholm?
A
B
C
D

Slide 20 - Diapositive

Waar ligt Stockholm?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz

Welke IATA code hoort er bij Stockholm?
A
STO
B
SHM
C
ARN
D
STN

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

De tweede stad van Zweden is:
A
Gothenburg
B
Helsinki
C
Malmö
D
Kopenhagen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Welke IATA code hoort bij Gothenburg?
A
GTH
B
GOT
C
GBU
D
GHN

Slide 26 - Quiz

Hoe heet dit land?

Slide 27 - Diapositive

Hoe heet dit land?

Slide 28 - Question ouverte

Wat is de hoofdstad van Denemarken?

Slide 29 - Question ouverte

Welke Munteenheid gebruikt Denemarken?
A
De euro
B
De kroon
C
De roebel
D
De forint

Slide 30 - Quiz

A
B
C
Waar ligt Kopenhagen?
D

Slide 31 - Diapositive

Kopenhagen ligt bij?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 32 - Quiz

Kopenhagen
F

Slide 33 - Diapositive

Frankrijk,
Duitsland en de Benelux

Slide 34 - Diapositive

Brussel
Parijs
Frankfurt
Berlijn
Marseille

Slide 35 - Question de remorquage

Wat is de IATA code van Groningen?

Slide 36 - Question ouverte

Wat is de IATA code van Rotterdam airport?
A
RTA
B
RTM
C
RDH
D
ROT

Slide 37 - Quiz

EIN is de IATA code van?

Slide 38 - Question ouverte

Slide 39 - Diapositive

Welke stad ligt hier?

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Diapositive

Dit is?
A
ANR
B
BRU
C
CRL
D
DUS

Slide 42 - Quiz

Welke IATA code hoort er bij Lyon?
A
LYO
B
LYN
C
LYS
D
LXN

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Diapositive

Welke stad is dit?
A
Marseille
B
Nice
C
Bordeaux
D
Parijs

Slide 45 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Duitsland?

Slide 46 - Question ouverte

Slide 47 - Diapositive

Welke stad is dit?
A
Berlijn
B
Hamburg
C
München
D
Frankfurt

Slide 48 - Quiz

Wat is de IATA code van Frankfurt?

Slide 49 - Question ouverte