2 TL H1 afsluiting
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De som van 7 en 4 is
A
11
B
3
C
28
D
Kan niet
Slide 2 - Quiz
7,996×102
Slide 3 - Question ouverte
33=
A
6
B
9
C
27
Slide 4 - Quiz
Noteer in de wetenschappelijke notatie:
78003
78003
A
78,003⋅103
B
7,83⋅104
C
7,8003⋅104
D
78,3⋅103
Slide 5 - Quiz
(−4)2
A
16
B
-16
Slide 6 - Quiz
0,000 009 64
A
0,964×10−6
B
9,64×10−6
C
96,4×10−5
D
9,64×10−5
Slide 7 - Quiz
√25=
Slide 8 - Question ouverte
Wat zijn alle veelvouden van 6, kleiner dan 35? (geen spaties ertussen, alleen een komma)
Slide 9 - Question ouverte
ligt tussen
√15
A
2 en 3
B
3 en 4
C
4 en 5
D
5 en 6
Slide 10 - Quiz
Wat zijn de gemeenschappelijke veelvouden van 4 en 7, kleiner dan 30
Slide 11 - Question ouverte
0,00850
A
0,85×10−3
B
8,50×10−3
C
8,5×10−3
D
8,5×103
Slide 12 - Quiz
A
39
B
23
C
53
Slide 13 - Quiz
Wat zijn de delers van 9 (antwoorden van klein naar groot zetten, met alleen een komma ertussen)
Slide 14 - Question ouverte
Wat zijn de gemeenschappelijke delers van 12 en 18 (van klein naar groot, met alleen een komma ertussen)
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf voluit
3,1155×10−3
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf als macht
-5 x -5 x -5 x -5
-5 x -5 x -5 x -5
A
−54
B
(−5)4
Slide 18 - Quiz
−86
A
positief
B
negatief
Slide 19 - Quiz
Noteer in wetenschappelijke notatie: 1480
A
1,480⋅103
B
14,80⋅102
C
0,148⋅104
D
1,48⋅103
Slide 20 - Quiz
(−5)7
A
positief
B
negatief
Slide 21 - Quiz
Het product van 10 en 2 is
A
12
B
8
C
20
D
5
Slide 22 - Quiz
21 is een
A
even getal
B
oneven getal
Slide 23 - Quiz
Het tegengestelde van 4 is
Slide 24 - Question ouverte
62=
