VOC en WIC

VOC en WIC
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

VOC en WIC

Slide 1 - Diapositive

De handel groeit
  • Groeiende handel en nijverheid in de Republiek
  • Twee redenen voor de economische groei:
  • Groeiende handel met Oostzeegebied
- de benodigde schepen kwamen uit de nijverheid
  • Spaanse verovering van Antwerpen in 1585
- Protestantse kooplieden en ambachtslieden vluchten naar Amsterdam

Slide 2 - Diapositive

De Amsterdamse stapelmarkt
  • Amsterdam was de belangrijkste stapelmarkt in de 17e eeuw
  • Kooplieden sloegen hun handelswaar op ze er een hogere prijs voor kregen
  • Met dat geld kochten ze weer nieuwe handelswaar
  • Dit heet handelskapitalisme
  • Handel en nijverheid bloeide op

Slide 3 - Diapositive

Grote handelsbedrijven
  • Rond 1600 waren specerijen enorm duur
  • Alleen Portugezen haalden dit uit Azië
  • Kooplieden wilden dit ook en investeerden samen in handelsreizen naar Azië
  • E waren veel gevaren onderweg. Door de investering te delen verloren ze minder geld als het mis ging
  • Iedereen die investeerde in een co

Slide 4 - Diapositive

VOC
  • Omdat verschillende bedrijven dit deden stegen de prijzen van specerijen
  • Daarom gingen deze bedrijven op in één bedrijf/compagnie
  • De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
  • De VOC kreeg het monopolie op de handel met Oost-Indië
  • Er was geen concurrentie meer tussen handelaren in de Republiek

Slide 5 - Diapositive

WIC
Voor de handel in West-Indië werd in 1621 de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht
Zij hadden het monopolie op handel in West-Indië

Slide 6 - Diapositive

De VOC
  • De VOC handelde met vorsten in Oost-Indië
  • Zij bouwden handelsposten op de kust
    = Soort fort met haven en pakhuizen
  • Batavia (Java) belangrijkste fort van VOC
  • Javaanse vorsten mochten alleen handelen met VOC
  • VOC en WIC hadden voorrechten:
  1. forten bouwen
  2. verdragen sluiten (met Indische vorsten)
  3. oorlog voeren
  4. mochten als enige handelen in Oost-Indië

Slide 7 - Diapositive

De VOC
Rond 1669 was de VOC de rijkste handelscompagnie ter wereld. Zij hadden:
  • 150 handelsschepen
  • 40 oorlogsschepen
  • 50,000 personeelsleden
  • een privé-leger van 10,000 soldaten
  • 40% winst per reis op de totale investering

Slide 8 - Diapositive

De WIC

  • Zij handelden met kolonies in Brazilië, Suriname, de Nederlandse Antillen en Nieuw-Amsterdam
  • Atlantische driehoekshandel = Europa -> West-Afrika -> Amerika (West-Indië) -> Europa

Slide 9 - Diapositive

De WIC
  • In West-Afrika werden slaven gekocht
  • In de WIC kolonies werden slaven verkocht
  • Rietsuiker en Tabak werden vervolgens terug naar Nederland gevaren
  • Slaven moesten vaak in Amerika op plantages werken
  • Slaven waren belangrijk voor de winst van de WIC
  • WIC was niet zo winstgeven als VOC maar ze konden wel Spaanse schepen kapen in West-Indië!

Slide 10 - Diapositive

De WIC
  • Meeste slaven werden gevangengenomen door Afrikaanse vorsten
  • Die verhandelde slaven voor Europese luxeproducten
  • De slavenhandel bestond ongeveer 300 jaar
  • 550.000 slaven naar Amerika gebracht door Nederlandse schepen
  • In totaal zijn er tien miljoen (10.000.000) Afrikanen naar Amerika gebracht

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
Opdrachtbladen

Slide 12 - Diapositive