Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Schrijven
Slide 1 - Diapositive
Doelen:
Aan het eind van de les:
weet je wat een verslag is.
ken je de schrijfvragen
weet je aan welke eisen een verslag moet voldoen
kun je zelfstandig een verslag schrijven
Slide 2 - Diapositive
Zomervakantie
Slide 3 - Carte mentale
Opdracht
Wat heb jij in de zomervakantie gedaan?
Schrijf er 5 zinnen over op je blad.
( Let op: ook als je een stomme vakantie had, kun je daar 5 zinnen over opschrijven!)
Slide 4 - Diapositive
Zomervakantie.
In de zomervakantie ging ik naar het strand en toen zag ik een aangespoelde walvis. Toen probeerde ik hem te redden en toen lukte dat niet. Toen heb ik de dierenambulance gebeld en toen paste de walvis er niet in. Toen hebben we hem laten liggen. Toen gingen we maar naar huis. Toen hebben we patat gehaald.
Lees dit verslag
Slide 5 - Diapositive
Zomervakantie.
In de zomervakantie ging ik naar het strand en toen zag ik een aangespoelde walvis. Toen probeerde ik hem te redden en toen lukte dat niet. Toen heb ik de dierenambulance gebeld en toen paste de walvis er niet in. Toen hebben we hem laten liggen. Toen gingen we maar naar huis. Toen hebben we patat gehaald.
Dit verslag is nogal saai, omdat het woord 'toen' erg vaak in de tekst wordt gebruikt.
Welke woorden zou je in plaats daarvan kunnen gebruiken?
Slide 6 - Diapositive
Zomervakantie.
In de zomervakantie ging ik naar het strand en daar zag ik een aangespoelde walvis. Ik probeerde hem te redden, maar dat lukte niet. Vervolgens heb ik de dierenambulance gebeld. De walvis paste er niet in. Toen hebben we hem laten liggen. Daarna gingen we maar naar huis en hebben we patat gehaald.
Slide 7 - Diapositive
Een persoonlijk verslag schrijven.
In een persoonlijk verslag beschrijf je wat je hebt gedaan of wat er is gebeurd.
Je vertelt de lezer zoveel mogelijk.
Dat doe je door in je verslag uitgebreid antwoord te geven op een aantal vragen.
Slide 8 - Diapositive
Schrijfvragen:
Over welke gebeurtenis gaat het verslag?
Waar is het gebeurd?
Wanneer is het gebeurd?
Wat is er gebeurd?
Hoe loopt de gebeurtenis af?
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag!
Je gaat starten met een kladversie van je verslag.
Het verslag mag over 1 van de volgende drie dingen gaan:
iets wat je hebt meegemaakt tijdens je zomervakantie