Begrippen H4 4.1 + 4.2 + 4.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Ronde 1

paragraaf 4.1

Welk  begrip zoek ik?

Alles wat we uit de natuur halen om te producten mee te maken

Natuurlijke hulpbronnen

Welk begrip zoek ik?

Als iets niet of minder belastend is voor het milieu en lang meegaat

duurzaam

Welk begrip zoek ik?

Brandstoffen die gemaakt zijn van niet- hernieuwbare hulpbronnen.

fossiele brandstoffen

Welk begrip zoek ik?

Leefomgeving van de mens bestaande uit lucht, water en bodem

milieu

Ronde 2

Paragraaf 4.2

Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

1. atmosfeer
2. luchtdrukgordel
3. broeikasgassen
4. natuurlijk broeikaseffect

Wat is het verschil tussen het natuurlijke en versterkte broeikaseffect?

1. Er is geen verschil tussen het natuurlijke en versterkte broeikaseffect
2. Het versterkte broeikaseffect komt alleen voor in de zomer
3. Het natuurlijke broeikaseffect ontstaat door menselijk handelen
4. Bij het versterkte broeikaseffect wordt de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer kunstmatig verhoogd

Hoe warm/koud zou het zijn als er geen broeikasgassen waren?

1. 12 graden
2. 4 graden
3. -4 graden
4. -18 graden

Welke 3 vormen van milieuverontreiniging zijn er?

Waterverontreiniging, bodemverontreiniging en luchtverontreiniging

Ronde 3

Heb je opgelet in de les?

Wat is draagkracht?

1. Hoeveelheid kilo's dat een iemand kan dragen zonder moe te worden.
2. Kracht die je nodig hebt om iets de dragen zonder moe te worden.
3. Het vermogen van de aarde om alle mensen te laten leven
4. Hoeveel mensen kan aarde dragen zonder dat de bodem onder onze voeten instort.

Welk begrip past er bij deze omschrijving:
"De ruimte die we per persoon innemen op aarde, weergegeven in hectare. Het is een maat voor de duurzaamheid van een land en zijn inwoners."

1. duurzaam produceren
2. duurzaam consumeren
3. recyclen
4. ecologische voetafdruk

Wat is geen gevolg als onze ecologische voetafdruk te groot is geworden?

1. Klimaatverandering
2. voedseltekorten
3. voedseloverschot
4. uitsterven van dieren en planten

In welk rijtje staan alleen maar fossiele brandstoffen?

1. steenkool - aardolie - mest - aardgas
2. bruinkool - aardolie - mest - aardgas
3. steenkool - bruinkool - mest - plantenresten
4. bruinkool - aardgas - aardolie - steenkool

Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?

 

I. Hout is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron.

II.  Aardolie is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist.
3. Beide zijn juist.
4. Beide zijn onjuist.

Dit is een goed voorbeeld van duurzame landbouw.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is geen groene stroom?

1. Zonne-energie
2. Waterkracht
3. Windenergie
4. Aardgas

Fossiele energiebronnen

Duurzame energiebronnen

Co2

Olie

Steenkool

Koolstofdioxide

Zonnepanelen

Windmolens

Isoleren

Ronde 4

Paragraaf 4.3

Welk begrip zoek ik: bedrijven die doen alsof ze milieubewust bezig zijn, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.

1. dumping
2. greenwashing
3. energietransitie
4. circulaire economie

Welk begrip zoek ik: trendgevoelige mode die snel vervangen wordt door een nieuwe collectie

1. circulaire fashion
2. wegwerp fashion
3. Mode
4. fast fashion

Welk begrip zoek ik: stappen die gezet worden in de productie van grondstof tot eindproduct

1. Mensenrechten
2. Uitputting
3. Productieketen
4. Keten