§6.3 serie- en parallelschakelingen - les 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lesplanning

1. Bespreken opdracht HW
2.  Opgave 34 maken
3. Uitleg spanning en stroomsterkte in serie en parallelschakelingen. 
4. Opgave 30, 32 en 33 maken
5. Afsluiting

Lesdoel

Aan het einde van de les kan je serie- en parallelschakelingen herkennen.

Opdracht:

Bouw een schakeling met

2 lampjes en 2 batterijen (9V)
die ...

1. zoveel mogelijk licht geeft;
2. zo min mogelijk licht geeft. 

Je bouwt de schakeling digitaal via:

https://phet.colorado.edu/sims/html/circuit-construction-kit-dc/latest/circuit-construction-kit-dc_nl.html

Printscreen van de schakeling die zoveel mogelijk licht geeft. Of beschrijf hoe deze eruit zag.

Des te meer lampjes je in serie aansluit op een spanningsbron des te                              branden de lampjes.

Wanneer je lampjes parallel aansluit blijven de lampjes                              branden. 

Om een lampje feller te laten branden moet je batterijen in                             aansluiten.

  

...

...

...

feller

even fel

zwakker

serie

parallel

Printscreen van de schakeling die zo min mogelijk licht geeft.

Batterijen in serie = spanningen optellen

Batterijen parallel 

De totale spanning is gelijk aan de spanning van één batterij.

De batterijen gaan wel
langer mee.

1,5 V  

Aan de slag

§6.3 opgave 34

Klaar, ga vast verder met 30, 32 en 33 

• Alle lampjes zitten in dezelfde stroomkring.
  
  
• De stroomsterkte is overal even groot.
  
  
• De spanning van de spanningsbron verdeeld zich over de lampjes/apparaten.
  

Phet

Via Phet demonstreren.

Stroomsterkte in een serieschakeling

2 A

2 A

2 A

Spanning in een serieschakeling

      U_L1 = 2V             U_L2 = 2V

Gelijke lampjes

V1 meet .... V

A1 meet .... A

3

0

5

6

10

60

V3 meet .... V

A3 meet .... A

1

0

2

3

4

6

En in een parallelschakeling?!

Opdracht

Bouw in phet een parallelschakeling en onderzoek welke van de stellingen hiernaast waar zijn.

Welke antwoorden zijn juist?

In een parallelschakeling ...

A.  is de stroomsterkte overal even groot.

B.  verdeeld de stroomsterkte zicht over
      de lampjes/apparaten.

C.   staat over elk apparaat de spanning
       van de spanningsbron.

D.   verdeeld de spanning zich over de

      lampjes/apparaten.

• Elke lampje/apparaat zit in een apparte stroomkring.
  
  
• Over elk apparaat staat de spanning van de spanningsbron.
  
  
• De elektrische stroom heeft meerdere routes. De stroomsterkte in alle routes zijn opgeteld net zo groot als de hoofdstroomsterkte

Parallelschakelingen

Parallelschakelingen

gelijke lampjes

V1 meet .... V

A1 meet .... A

3

2

4

5

6

10

Parallelschakelingen

V4 meet .... V

A6 meet .... A

2

1

3

6

10

12

Aan de slag

§6.3 opgave 30, 32 en 33 

Stel je vragen via de chat!

In een parallelschakeling kan ik de stroomsterkte en spanning berekenen.

Ja! :)

Met wat meer oefening gaat het lukken.

Ik wil nog een paar voorbeelden zien.

Ik heb nog wat uitleg nodig.

Help!!

Wat is kortsluiting?

Kortsluiting

Phet