future tenses

Future tenses
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Future tenses

Slide 1 - Diapositive

Future tenses
Present Simple 
er is sprake van een vast schema
the bus leaves in 5 minutes
he/she/it + ww + s
Present Continuous
plan in de nabije toekomst, tijd & plaats staat vast
we are leaving in 5 minutes
am/is/are + ww+-ing
To be going to 
plan voor in de toekomst zonder bewijs en intenties
I am going to clean my room today
am/is/are + going to + ww
Will
(won't)
beloftes / iets aanbieden/ voorspellingen zonder bewijs
I will not tell anyone
will (not) + ww

Slide 2 - Diapositive

Future tenses
Future continuous
Waarschijnlijk op een tijdstip gebeuren
Renée will be running if it does not rain.
will + be+ ww+ing

Slide 3 - Diapositive

I ....... (like) pie

Slide 4 - Question ouverte

He ..... (like) pie

Slide 5 - Question ouverte

She ....... (not like) Pie

Slide 6 - Question ouverte

Question -> he (like) pie?

Slide 7 - Question ouverte

Question -> we (like) pie?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

I (walk)
You ( not walk)
question -> He (walk)?

Slide 10 - Question ouverte

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'will'?
A
Spontane beslissing, beloftes en voorspellingen.
B
Als iets volgens een rooster verloopt.
C
Als je iets van plan bent.
D
Toekomstvoorspelling zonder bewijs.

Slide 11 - Quiz

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als iets volgens vaste tijden verloopt.
C
In een vraagzin vooraan.
D
Als je iets belooft.

Slide 12 - Quiz

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'future continuous'?
A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als iets aan de gang is op een bepaald moment in de toekomst.
C
In een vraagzin vooraan.
D
Als je een voorspelling wilt maken

Slide 13 - Quiz

Future tenses:
Wanneer gebruik je de present simple?

A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als je iets beloofd of voorspelt.
C
Als iets volgens een schema/rooster verloopt.

Slide 14 - Quiz

Use of future tenses 
timer
1:00
Een gebeurtenis in de toekomst die al gepland of afgesproken is. 
Een belofte of toezegging 
Een voorspelling waar geen of weinig bewijs voor is. 
Een voorspelling waar bewijs voor is. 
Een plan waar nog niets voor geregeld is. 
Een vaste gebeurtenis, door een ander gepland. Je kunt het opzoeken. 
Future met will 
Future met going to
Present simple 
Present continuous

Slide 15 - Question de remorquage

Future tenses
Everything is booked!
We _______ to London in November.
timer
0:20
A
will go to travel
B
are travelling
C
will go traveling
D
will go travel

Slide 16 - Quiz

Future tenses
"Can you help me?"
Yes, I __________.
timer
0:20
A
am going to
B
will
C
won't
D
will not

Slide 17 - Quiz

Future tenses:
The plane ......... at six o'clock this evening.
A
is leaving
B
leaves

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Lien