ABT3 22.11.2024

• Anders
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

22.11.2024

Planning

• Terugblik
• 4.5
• Start 4.6 

Terugblik

• HW bespreken (opdr. 106 + 107) 

4.5

• Bekijk het rode blokje op blz. 182
• Woorden met -on/ -achtig / -baar / -loos
• Bovenstaande woordstukjes kunnen voor of achter een woord staan. 
• Het geeft een woord een andere betekenis 
• Ken je voorbeelden?  

4.5

• Maak opdr. 110, 111 en 112 zelfstandig. 
• Bespreek je antwoorden met je medecursist.
• Bespreken 

4.5

• Maak tweetallen 
• Schrijf samen werkwoorden op in de ik-vorm 
• Zet het woord -baar achter de ik-vormen
• Schrijf samen zelfstandig naamwoorden op
• Zet het woord  -achtig achter- de woorden
• Controleer op internet of de woorden in de Nederlandse taal bestaan. 
• Bespreken

4.5

• Klassikaal: opdr. 113

4.5

• Maak tweetallen
• Maak samen opdr. 114
• Bespreek samen opdr. 115
• Maak samen opdr. 116
• Bespreken 

4.6

• Bekijk de vragen bij opdr. 117
• Klassikaal bespreken  

4.6

• Lees de vragen bij opdr. 119
• Maak tweetallen
• Bespreek de vragen
• Klassikaal bespreken 

4.6

• Maak groepjes van 4
• Pak een ''placemat'' 
• Eerste ronde: Ga in groepjes van vier zitten. Ieder lid van het groepje bedenkt tips om zuinig te leven en schrijft deze tips in een van de buitenste vakken van de placemat.*
• Tweede ronde: Bespreek met zijn vieren alle tips. Schrijf de vier beste tips in het midden van de placemat.
  
• Derde ronde: Blijf in het groepje van vier zitten. Pak je telefoon. Zoek op internet nog andere tips om zuinig te leven. Schrijf zes tips in het midden van de placemat.
• Vierde ronde: Bespreek de tips in de klas. Welk groepje heeft de meeste tips die de andere groepjes niet hebben?

4.6

• Bekijk de blauwe woorden (blz. 185) 
• Afrekenen
• Afruimen
• Bedienen
• Behangen
• Doortrekken
• Dragen

4.6

• In elkaar zetten
• Sorteren
• Testen
• Uitladen
• Vegen
• (Zich) verstoppen 

4.6

• Maak tweetallen
• Bekijk de praatplaat ''De kringloopwinkel''
• Lees de vragen bij opdr. 120
• Wie doet wat?  

4.6

• Blijf in tweetallen zitten
•  Pak werkblad 4.6b
• Je gaat woorden raden. 
• Spreek samen.
  
• Cursist A: lees de zin voor. Cursist B: luister naar de zin en raad: Wat is BIEP?
  
• Cursist A: controleer het woord.
  
• Klaar? Dan leest cursist B de zinnen van zijn papier voor.

4.6

• Luister naar het fragment (opdr. 126)
• Je hoort een gesprek tussen een medewerkster van een kringloopwinkel en haar manager. 
• Beantwoord de vragen
• Bespreken 

4.6

• Bekijk de blauwe woorden op blz. 187
• Aanlopen tegen
• Accepteren
• (Het) bevalt me
• Horen bij
• Ik kan me voorstellen dat.....
• Inrichten
• De muis
• Zuinig