week 3 Voltooid deelwoord Duits

Wat is een voltooid deelwoord? Geef een voorbeeld in het Nederlands of Duits
1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is een voltooid deelwoord? Geef een voorbeeld in het Nederlands of Duits

Slide 1 - Question ouverte

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan je een zin voltooid maken in het Duits;
Aan het einde van de les weet je hoe je een voltooid deelwoord moet maken in het Duits.

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Duits (bij zwakke werkwoorden)?
Je kunt van een heel werkwoord het voltooid deelwoord maken. 

Je hebt vervoeging van haben of sein nodig in de t.t. 
Bij de meeste werkwoorden:                                      ge + stam + t
Bij werkwoorden op -ieren:                                                   stam + t
Werkwoorden die beginnen met be, ver, ge:                  stam + t

Slide 3 - Diapositive

Het voltooid deelwoord bij sterke werkwoorden
De voltooid deelwoorden moet je leren en vind je terug in de woordenlijsten. Als het ww in het NL sterk is, dan is dit meestal ook in het Duits zo. 
Bijv.
helfen - geholfen
schwimmen - geschwommen

Slide 4 - Diapositive

Hoe maak je het voltooid deelwoord van een zwak ww in het Duits?
A
ge+stam
B
stam+t
C
ge+stam+en
D
ge+stam+t

Slide 5 - Quiz

Hoe maak je het voltooid deelwoord wanneer de stam op -ieren eindigt?
A
ge + stam + t
B
ge + stam
C
stam + t
D
stam

Slide 6 - Quiz

Hoe maak je het voltooid deelwoord wanneer een werkwoord begint met be-, ver- of ge-
A
ge + stam + t
B
stam + t
C
be + stam + t
D
stam

Slide 7 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van machen?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van trainieren?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van besuchen?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van helfen?

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Ik heb mijn huiswerk gemaakt.

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Ik heb voetbal gespeeld.

Slide 13 - Question ouverte

Zet de zin in de verleden tijd (v.t.t.):
Er glaubt dem Lehrer.

Slide 14 - Question ouverte

Zet de zin in de verleden tijd (v.t.t.):
Der Laptop kostet viel.

Slide 15 - Question ouverte

Zet de zin in de verleden tijd (v.t.t.):
Der Schüler lacht laut im Unterricht.

Slide 16 - Question ouverte

Zet de zin in de verleden tijd (v.t.t.):
Ihr macht das gut!

Slide 17 - Question ouverte

An die Arbeit
Beginne mit Aufgabe 2. Du brauchst 10-15 Fotos, per Foto mehrere Hashtags und 1-2 Deutsche Sätze! Verwende das voltooid deelwoord!

Viel Erfolg!
timer
30:00

Slide 18 - Diapositive

Beispiel
#Busreise#Kölnwirkommen#daswirdsuper
Um 7.45 haben wir uns an der Schule getroffen. Um 8 Uhr sind wir mit dem Bus nach Köln gefahren. Ich habe neben ... gesessen.

Slide 19 - Diapositive