Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Slide 1 - Diapositive
Planning
stillezen + woordenschat
Nederlandstalige muziek
huiswerk inleveren
spreekopdracht Jeugdjournaal in drietal (zie groepjes)
Nieuwsbegrip starten
Slide 2 - Diapositive
stillezen + woordenschat
Er gaat een blaadje de klas rond. Noteer hierop de woorden die je niet kent.
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
Nederlandstalig lied
Noteer op een blaadje:
titel van het liedje
naam van de artiest
je eigen naam
De komende weken luisteren we elke week een liedje.
Slide 4 - Diapositive
Nederlandstalig lied
Door de wind - Miss Montreal
Slide 5 - Diapositive
Huiswerk inleveren: nieuwsbericht schrijven
Nieuwsbericht (Jeugdjournaal) van minimaal 4 zinnen. Zijn de 5w + 1h-vragen beantwoord in jouw bericht?
5w + 1h-vraag :
Wie?
wat?
waar?
wanneer?
waarom?
hoe?
Slide 6 - Diapositive
Groepjes spreekopdracht bij NOS- Jeugdjournaal
Hasan J., Abud, Mohamad A. 6 oktober
Anastasiia, Idman, Hieran 7 oktober
Jamila, Hassan A., Ismail 8 oktober
Nicoletta, Maks, Matvii 9 oktober
Rana, Mohamed K., Hiba 10 oktober
De persoon in het rood is de leider van het groepje. Kijk het Jeugdjournaal van de datum achter jullie namen. Zoek 3 onderwerpen en verdeel die onder elkaar. Schrijf minimaal 4 zinnen die je gaat zeggen. Oefen je presentatie. Gebruik een spiekbriefje.
Slide 7 - Diapositive
spreekopdracht bij NOS- Jeugdjournaal in drietal
Kijk samen het NOS- Jeugdjournaal
Zoek 3 onderwerpen waarover jullie iets kunnen vertellen
Iedereen vertelt iets over 1 onderwerp in ongeveer 4 zinnen
Schrijf op een briefje wat je wilt vertellen
Zorg dat je de 5w + 1h-vraag kan beantwoorden. Wie?wat?waar?wanneer?waarom?hoe?
De presentatie hou je voor de klas. ( volgende week vrijdag)
Slide 8 - Diapositive
Presentatie
Vertel eerst welke Journaal van welke datum jullie hebben gekeken
Vertel welke onderwerpen jullie gaan bespreken
Probeer de 5w + 1h-vraag te beantwoorden voor jullie onderwerpen
Vertel de informatie in goede zinnen. Gebruik minimaal 4 zinnen per onderwerp.
Sluit af met een slotzin: Dit was onze presentatie van het NOS-Jeugdjournaal van ...........oktober.
Je mag een spiekbriefje gebruiken (alleen woorden/geen zinnen op een blaadje, gebruik geen PowerPoint
Slide 9 - Diapositive
Nieuwsbegrip
Verschillende niveaus
niveau A komt vooraan in de halve cirkel zitten
niveau B gaat in achterin zitten en zelfstandig aan het werk: Rana, Nastia, Jamila, Idman, Zethara, Nikoletta
Slide 10 - Diapositive
Nieuwsbegrip
fragment Jeugdjournaal kijken
definities van woorden bespreken
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Hoe vind jij het om te presenteren voor een klas?
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Sondage
Voorbereiden
1 Bereid je presentatie voor
2 Maak een spiekbriefje
3 Oefen je presentatie 1 of 2x.
Slide 14 - Diapositive
Opening van je presentatie
Wacht totdat het stil is
begin je presentatie met een duidelijke opening.
Slide 15 - Diapositive
Wat is belangrijk aan je houding?*
Slide 16 - Carte mentale
Houding
Sta met twee benen op de grond.
Je knieën een beetje gebogen en niet op slot.
Je armen langs je lichaam (nooit in je zakken).
Rug recht, schouders naar achteren.
Ogen kijken de klas in.
Slide 17 - Diapositive
Tips voor tijdens je presentatie
Spreek rustig en duidelijk
Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje.
Zorg voor een logische indeling (inleiding - kern - slot)
Gebruik duidelijke en korte zinnen
Slide 18 - Diapositive
Nog een paar tips
Leer je presentatie uit je hoofd, zodat je je spiekbriefje niet nodig hebt;
Oefen net zo lang tot dit lukt;
Vraag iemand naar je presentatie te luisteren;
Vraag diegene om een laatste tip en TOP!
Veel succes!
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
In Gesprek: vragen stellen
Open vraag: je kan erop een lang antwoord geven.
Voorbeeld: waarom wil je hier komen werken?
Gesloten vraag: is alleen met 'ja' of 'nee' te beantwoorden.
Voorbeeld: Heb je dit werk eerder gedaan?
Slide 21 - Diapositive
In Gesprek
samen nakijken blz. 15 en 16
verder met zelfstandig werken in hoofdstuk vragen stellen
Slide 22 - Diapositive
Einde van de lessen op donderdag
Slide 23 - Diapositive
vrijdag:Nieuwsbegrip
fragment Jeugdjournaal kijken
woorden schatten
definities van woorden bespreken
Slide 24 - Diapositive
Nieuwsbegrip
Verschillende niveaus
niveau A komt vooraan in de halve cirkel zitten
niveau B en C gaat achterin zitten en zelfstandig aan het werk: Alper, Rana, Nastia, Jamila, Idman, Zethara, Nikoletta
Slide 25 - Diapositive
groep B+C: tekstverbanden
Een tekst bestaat uit zinnen. Die zinnen hebben iets met elkaar te maken= verbanden
Aan signaalwoorden kun je vaak zien om welk verband het gaat.
Een verband dat vaak voorkomt is oorzaak of reden: waarom iets zo is of waardoor het komt. Signaalwoorden voor een reden zijn bijvoorbeeld: want, omdat, namelijk en door.
Een ander verband dat vaak voorkomt is een opsomming. Er worden meerdere dingen genoemd. Je herkent een opsomming aan dit soort signaalwoorden: en, ook, verder. Of: ten eerste, ten tweede, enz.
Ook een tegenstelling kom je vaak tegen. Dan zijn twee dingen heel verschillend. Signaalwoorden voor een tegenstelling zijn: maar, toch, echter, hoewel.
In een tekst staan vaak ook voorbeelden: bijvoorbeeld, zoals.