Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Signaalwoorden
Signaalwoorden
en
Tekstverbanden
1 / 11
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Secundair onderwijs
Cette leçon contient
11 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Signaalwoorden
en
Tekstverbanden
Slide 1 - Diapositive
Wat is een tekstverband?
A
De locatie waar de tekst geschreven is
B
De manier waarop zinnen in een tekst met elkaar verbonden zijn
C
De taal waarin de tekst geschreven is
D
Het aantal woorden in een tekst
Slide 2 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een oorzaak-gevolg verband?
A
De kat sprong uit het raam, waarna hij op vier poten landde en meteen wegrende.
B
In het weekend maak ik nooit huiswerk. Ik doe dan alleen leuke dingen, zoals afspreken met vrienden, gamen en boeken lezen.
C
Vroeger hield ik niet van spruitjes, maar intussen ben ik er dol op.
D
Doordat het regende, werd de straat glad.
Slide 3 - Quiz
Wat is een signaalwoord voor een vergelijkend verband?
A
Omdat
B
Net als
C
Daarom
D
Terwijl
Slide 4 - Quiz
Wat is een tegenstellend verband?
A
Het regent buiten, maar ik wil toch gaan wandelen.
B
Om die reden is hij mijn minst favoriete docent.
C
Voor mijn opstel zal ik vast wel een voldoende halen, mits ik de signaalwoorden goed gebruik.
D
Niemand heeft zijn huiswerk gemaakt, dus de docent moet de deadline voor het opstel maar even uitstellen.
Slide 5 - Quiz
Wat is een opsommend verband?
A
Ik heb een hond, een kat en drie vogels als huisdier.
B
Op zaterdag heb ik een voetbalwedstrijd en op zondag ga ik naar de stad met vrienden. Al met al heb ik een druk weekend.
C
Ik woon in een groot huis.
D
Witte bonen in tomatensaus lust ik niet evenals gekookte wortels, die lust ik ook niet.
Slide 6 - Quiz
Hoe kan je een chronologisch tekstverband herkennen?
A
Door signaalwoorden te herkennen zoals 'eerst', 'toen', 'daarna'
B
Door te letten op de letterlijke betekenis van de tekst
C
Door te letten op de mening van de schrijver
D
Door te letten op de emoties van de hoofdpersoon
Slide 7 - Quiz
Welk tekstverband wordt gebruikt in een tekstfragment dat een oorzaak en gevolg beschrijft?
A
Tegenstellend verband
B
Beschrijvend verband
C
Chronologisch verband
D
Oorzakelijk verband
Slide 8 - Quiz
Welk tekstverband wordt gebruikt in een tekstfragment dat verschillende aspecten van een onderwerp benoemt?
A
Vergelijkend verband
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
D
Concluderend verband
Slide 9 - Quiz
Welk tekstverband wordt gebruikt in een tekstfragment dat beschrijft hoe iets eruit ziet?
A
Opsommend verband
B
Chronologisch verband
C
Beschrijvend verband
D
Oorzakelijk verband
Slide 10 - Quiz
Wat is het verschil tussen een signaalwoord en een tekstverband?
A
Een signaalwoord geeft aan welk tekstverband er gebruikt wordt.
B
Een tekstverband geeft aan welk signaalwoord er gebruikt wordt.
C
Een signaalwoord geeft aan welk lettertype er gebruikt wordt.
D
Er is geen verschil.
Slide 11 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Het beschrijvend verband
Mars 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 1.7 Tekststructuren / Tekstverbanden 2A
Octobre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 31 - Het verband oorzaak-gevolg
Janvier 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekst: Nederlandse tijgers terug naar Kazachstan
Octobre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Les 17: standpunten en argumenten
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
il y a 27 jours
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
Février 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Signaalwoorden Toets November 2023
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
PAV
Secundair onderwijs