Beroepen in groepen: welke & waar

Beroepen in groepen: welke zijn er & waar zijn er het meeste van
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Beroepen in groepen: welke zijn er & waar zijn er het meeste van

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les weet ik:
-dat mensen in Nederland werken in verschillende beroepen;
-dat je die beroepen kunt verdelen in drie groepen/sectoren
-dat mensen vroeger in andere groepen werkten dan nu

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sector = 
Groep

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de pizza zit tomaat. Tomaten worden geplukt. In welke groep werken deze mensen?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De pizza's worden door de vrachtwagenchauffeur naar de supermarkt gebracht. In welke groep werkt de chauffeur?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu samen oefenen!
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke sector denk je dat de meeste Nederlanders vroeger werkten?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vroeger werkte de meeste mensen in de landbouw -> eten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Machines werden uitgevonden, de industrie begint

Slide 10 - Diapositive

Er werden machines uitgevonden en een groot deel van de mensen gingen in fabrieken werken . Doordat mensen meer gingen verdienen konden ze meer kopen.  Doordat ze meer gingen kopen hadden ze meer diensten nodig; dingen die je voor een ander doet.

Er zijn meer diensten nodig

Slide 11 - Diapositive

Omdat mensen meer verdienen kunnen ze meer leuke dingen doen. bij een uitstapje maak je gebruik van vervoer, eten kopen. 
In welke sector denk je dat nu de meeste Nederlanders werken?

A
Eerste groep/sector = landbouw
B
Tweede groep/sector = industrie
C
Derde groep/sector = diensten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschuiving?!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit het in Asten? Wat denken jullie?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom werken steeds meer mensen uit de eerste en tweede groep in de derde groep?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe rijker een land, hoe minder mensen in de primaire sector werken.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar staan de drie V's in de derde groep voor?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord dat je
dit hoofdstuk geleerd
hebt past bij deze
afbeelding?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn beroepen uit de eerste groep, de primaire sector?

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom werken steeds meer mensen uit de eerste en tweede groep in de derde groep?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie?!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beroepen

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions