Leesvaardigheid 2.3 2024 1k

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

2.3 Lezen

Leg je spullen op tafel:

Boek

schrift

laptop

Planning

• Schrijfopdracht
• Lesdoelen
• Stelling
  
• Uitleg
• Debat
• Lesdoelen check
  

Schrijf in 5 zinnen over wat je vond van kerst of oud en nieuws. Dus; geef je mening en vertel wat je hebt gedaan. Let op je spelling en leestekens.

Lesdoelen

Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen

- kun je de signaalwoorden herkennen en benoemen

Stelling

"De kerstvakantie moet een week langer duren."

Sta op als je het eens bent!

Waarom?

Aantekeningen 2.3 Feit/Mening

Feit

Is echt of is werkelijk gebeurd.

Kun je meestal controleren.

Mening

Is iets wat iemand vindt of denkt.

Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.

Rij 1: feit

Rij 2: mening

Rij 3: feit

Opdracht: Debat voeren

• Elk groepje krijgt een stelling (mening);
• De ene helft van de klas is vóór en de andere helft tegen;
• Je bedenkt dat de stelling jouw mening is;
• Je gaat feiten bedenken/opzoeken en opschrijven waardoor jij jouw stelling verdedigt.

Waarom doen we dit?: Dit helpt je om het verschil tussen feiten en meningen te begrijpen en te leren hoe je een mening kunt onderbouwen met feiten.

Opdracht: Debat

Stellingen

• Social media heeft een negatief effect op jongeren.

        Groep 1: vóór                          Groep 2: tegen

• Fatbikes zijn de beste!

        Groep 3: vóór                          Groep 4: tegen

• De winter is het mooiste seizoen.

         Groep 5: vóór                          Groep 6: tegen

Lesdoelen behaald? 

Wat is een feit?

1. Echt gebeurd of echt waar (controle)
2. Wat iemand vindt of denkt

Wat is een mening?

1. Echt gebeurd of echt waar (controle)
2. Wat iemand vindt of denkt

Feit of mening?

25 december is het eerste kerstdag.

1. Feit
2. Mening

Feit of mening?

Kerst was leuker dan Sinterklaas.

1. Feit
2. Mening

2.3 Lezen deel 2

Leg je spullen op tafel:

Boek

schrift

laptop

Planning

• Lesdoelen
• Herhaling feit/mening
• Maken: 3 t/m 7
  
• Aantekeningen/ uitleg
• Opdracht
• Lesdoelen check
  

Lesdoelen

Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen

- kun je de signaalwoorden herkennen en benoemen

Herhaling feit en mening

Het was 1 januari het nieuwe jaar.

1. feit
2. mening

Het is koud.

1. feit
2. mening

De kerstvakantie duurde twee weken.

1. feit
2. mening

In de klas mag je geen
telefoon in je tas hebben.

1. feit
2. mening

De kerstman had een
mooi pak aan.

1. feit
2. mening

Aantekeningen 2.3 Feit/Mening

Feit

Is echt of is werkelijk gebeurd.

Kun je meestal controleren.

Mening

Is iets wat iemand vindt of denkt.

Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.

Rij 1: feit

Rij 2: mening

Rij 3: feit

Maken 2.3

3 t/m 7

Wat valt je op aan het volgende verhaaltje?
1 kader heeft kleurweek gehad, daarnaast hebben ze een kerstmarkt gehouden, vervolgens hebben ze kerst gevierd en tot slot hebben ze oud en nieuw gevierd.

Wat valt er op?

Er wordt hier een opsomming gehouden over de activiteiten die 1K heeft gedaan. Door sommige woorden wordt de opsomming aangegeven, namelijk:

daarnaast - vervolgens - tot slot

1 kader heeft kleurweek gehad, daarnaast hebben ze een kerstmarkt gehouden, vervolgens hebben ze kerst gevierd en tot slot hebben ze oud en nieuw gevierd.

Tekstverband: opsomming 2.3

Opsomming:

Bij sommige teksten wordt er een verband gelegd tussen woorden/zinnen. Dat verband kan bijvoorbeeld een opsomming zijn. Bij een opsomming horen signaalwoorden, namelijk:

als eerste - bovendien - verder - daarnaast - ook - tot slot

Wat voor opsomming geven ze in het volgende stukje?
Mika heeft in de vakantie gesport, daarnaast kerst gevierd, ook met familie gebowld en tot slot oud en nieuw gevierd.

Maken 2.3

1. Geef je mening over Fatbikes;
   
2. Vervolgens geef je drie feiten die jouw mening ondersteunen;
   
3. Tot slot zorg je dat jouw feiten als een opsomming in je schrift staan.
   

Zelstandig aan het werk

Lesdoelen behaald? 

Geef je mening over het weer.

Geef een feit over het weer.

Wat voor opsomming wordt er gegeven:

1 Kader gaat leren voor Nederlands, vervolgens hebben zij een SO over 2.3

2.3 Lezen

Deel 3

Leg je spullen op tafel:

Boek

schrift

laptop

Planning

• Schrijfopdracht
• Lesdoelen
• Stelling
  
• Uitleg
• Debat
• Lesdoelen check
  

Lesdoelen

Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen

- kun je een opsomming herkennen en benoemen

Herhaling feit/mening

Staan = feit

Zitten = mening

Sporten maakt je gelukkiger.

Sporten maakt je gelukkiger.

Mening

Niet iedereen wordt er gelukkig van.

Kangoeroes kunnen niet achteruit lopen.

Kangoeroes kunnen niet achteruit lopen.

Feit

Dit komt doordat hun grote staarten en sterke achterpoten het onmogelijk maken voor een kangoeroe om achteruit te bewegen. Ze kunnen alleen maar vooruit of heel voorzichtig zijwaarts springen.

Koala's slapen gemiddeld 22 uur per dag!

Koala's slapen gemiddeld 22 uur per dag!

Feit

Koala's hebben een enorm slaapbehoefte. Ze slapen bijna de hele dag door, omdat hun dieet van eucalyptusbladeren niet veel energie oplevert. Wie zou er niet graag zoveel slapen als een koala?

Pizza is het beste eten ter wereld.

Pizza is het beste eten ter wereld.

Mening

Niet iedereen vind pizza zo lekker als dat sommige van jullie vinden.