Weihnachts Quiz

Deutschland Dezember Quiz
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Deutschland Dezember Quiz

Slide 1 - Diapositive

Weihnachten

*24. Dezember
- Die Geschenken bekommt man am 24. Dezember statt am 25. Dezember.



Slide 2 - Diapositive

Weihnachten
*Adventkranz/Adventkalender
- Advent = de komende / de komst

- Aftellen tot kerst.

- Eerst 24 kaarsen en later 4 kaarsen. 

- Tijd voor Kerst: Vorweihnachtszeit

-Nog steeds 24 hokjes bij de adventkalender. 



Slide 3 - Diapositive

Weihnachten

*Stille Nacht heilige Nacht

- Origineel Duitse tekst

- Tekst bedacht door pastoor Joseph Mohr
- Melodie bedacht door leraar Franz Gruber

- Oberndorf (Oostenrijk), 1818 (202 jaar oud)


Joseph Mohr
Franz Gruber

Slide 4 - Diapositive

Weihnachten
*Essen und Trinken
- Essen: Lebkuchen, kerstgans, speculaasjes, Zimtsterne (kaneelsterren), kerststol 
- Trinken: Glühwein

 



Slide 5 - Diapositive

Weihnachten

*Kerstmarkten
- Bratwurst, Lebkuchen, Glühwein, Speculaasjes, gekarameliseerde appels 
- Oudste kerstmarkt: Striezelmarkt in Dresden (600 jaar oud)
- Open van begin november - eind januari





Slide 6 - Diapositive

Hoe zeg je kerst in het Duits?
A
Weihnachten
B
Christenfest
C
Advent
D
Winterfest

Slide 7 - Quiz

Wat hebben veel Duitsers rondom kerst in hun woonkamer staan?
A
Weihnachtslampe
B
Weihnachtstuhl
C
Weihnachtszweigen
D
Weihnachtsbaum

Slide 8 - Quiz

Wat zie je veel in Duitsland voorafgaand aan kerst?
A
Kerstdorpen
B
Kerstmarkten
C
Kerstspelen
D
Kerstboomveilingen

Slide 9 - Quiz

Wat wordt er hoofdzakelijk op kerstmarkten verkocht?
A
Bratwurst, Weißwein, Weihnachtsbäume
B
Bratwurst, Rotwein, Weihnachtsschmuck
C
Bratwurst, Glühwein, Handarbeiten
D
Bratwurst, Schokolade, Weihnachtsbäume

Slide 10 - Quiz

Hoe moet je Glühwein drinken?
A
Warm
B
Heet
C
Lauwwarm
D
Koud

Slide 11 - Quiz

Vanaf hoe laat zijn mensen op een kerstmarkt aanwezig om "het kerstfeest te vieren"?
A
11:00
B
12:00
C
13:00
D
14:00

Slide 12 - Quiz

Wanneer krijgen de kinderen in Duitsland hun cadeautjes?
A
24. Dezember am Abend
B
25. Dezember am Morgen
C
25. Dezember am Abend
D
26. Dezember am Morgen

Slide 13 - Quiz

Wanneer gaan de eerste kerstmarkten normaal gesproken open?
A
begin oktober
B
begin november
C
begin september
D
begin december

Slide 14 - Quiz

Wanneer gaan de meeste kerstmarkten dicht?
A
eind december
B
eind januari
C
eind februari
D
eind maart

Slide 15 - Quiz

Welke zoete lekkernij wordt veel op kerstmarkten verkocht?
A
Glühwein-ijs
B
Glühwein-lolly's
C
Kerst-citroenen
D
Gekarameliseerde appels

Slide 16 - Quiz

Wat is een "Weihnachtskugel"?
A
Een bolletje kerst-ijs
B
Een kerstbal
C
Een kerstkrans
D
Een kerst handwerkje

Slide 17 - Quiz

Wat is een typisch kerstgerecht in Duitsland?
A
Kerst-aardappelen
B
Kerst-rundsvlees
C
Kerst-gans
D
Kerst-groeten

Slide 18 - Quiz

Wat hadden de drie koningen bij zich toen ze Jezus na zijn geboorte bezochten?
A
goud, geld en mirre
B
goud, wierrook en mirre
C
wierrook, mirre en geld
D
wierrook, geld en goud

Slide 19 - Quiz

In het Nederlands noemen we de weken voor kerst de adventstijd.Hoe zeg je dat in het Duits?
A
Pre-Weihnachtszeit
B
Frühweihnachtszeit
C
Vorweihnachtszeit
D
Pre-weihnachtstagen

Slide 20 - Quiz

Hoeveel bezoekers trekt de kerstmarkt in Aachen jaarlijks? (ongeveer)
A
1.000.000
B
1.250.000
C
1.500.000
D
2.000.000

Slide 21 - Quiz

In Nederland houdt de koning een kersttoespraak. Wie doet dat in Duitsland?
A
De Duitse koning
B
Bondspresident
C
Minister van Binnenlandse zaken
D
De Duitse keizer

Slide 22 - Quiz

In Nederland wordt met kerst standaard Home Alone uitgezonden. Wat zenden ze in Duitsland uit?
A
Dinner for One
B
Home Alone 2
C
Schneewittchen
D
Santa Claus

Slide 23 - Quiz

Wie nennt man den "kerstman"in Deutschland
A
Nikolaus
B
Nicolaas
C
Weihnachtsmann
D
Christkind

Slide 24 - Quiz

In welchem Land wünscht man "Bon Noël"
A
Deutschland
B
Niederlande
C
Spanien
D
Frankreich

Slide 25 - Quiz

Welches ist das bekannteste Weihnachtslied der Welt
A
B
C

Slide 26 - Quiz

Welche Tiere ziehen den Schlitten von Weihnachtsmann?
A
Huskies
B
Pferde
C
Rentiere

Slide 27 - Quiz

Es ist (fast) Weihnachten
A
bijna
B
tot
C
toen
D
praten

Slide 28 - Quiz

In Welchem Monat ist Weihnachten?
A
Dezember
B
September
C
Juli
D
Januar

Slide 29 - Quiz

vertaal: oudejaarsdag
A
Weihnachten
B
Silvester
C
Ostern
D
Winter

Slide 30 - Quiz

Wie alt ist das lied 'Stille Nacht heilige Nacht'?
A
32 jaar oud
B
109 jaar oud
C
303 jaar oud
D
202 jaar oud

Slide 31 - Quiz

Aus welchem Land stammt das Weihnachtslied 'Stille Nacht'?
A
Aus Deutschland
B
Aus Österreich
C
Aus England, dort heißt es 'Silent night'.

Slide 32 - Quiz

Wie viele Kerzen können heutzutage am Adventkranz brennen?
A
24
B
4
C
20
D
12

Slide 33 - Quiz

Wie viele Fenster hat ein Adventkalender?
A
12
B
20
C
24
D
4

Slide 34 - Quiz

Was bedeutet das Wort 'Advent'?
A
Verzicht (=het onthouden, het vasten)
B
Ankunft (=de komst)
C
Warten (=wachten)
D
Vorbereitung (=voorbereiding)

Slide 35 - Quiz

Wähle die richtige Kombination
Weihnachtsbaum
Weihnachtskugel
die Geschenke.
der Weihnachtsmann
Kerzen
Schnee

Slide 36 - Question de remorquage

Vornehmens für 2022

Slide 37 - Carte mentale

Neujahrswunsch für deine Klasse

Slide 38 - Carte mentale

Slide 39 - Diapositive