Werkwoordspelling les 2

Welkom!
Ga zitten op je plek en neem voor je:
Startopdracht: lees uit je leesboek
- Je Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
15:00
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga zitten op je plek en neem voor je:
Startopdracht: lees uit je leesboek
- Je Nieuw Nederlands boek
- Pen en schrift
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
1. Mededelingen
2. Herhaling vorige les (huiswerk bespreken)
 3. Lesdoelen
4. Werkwoordspelling
5. Aan de slag
6. Huiswerk en evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 3 - Diapositive

Vorige les
1. Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Wat is werkwoordspelling?
Wat is een werkwoord?
Wat is de persoonsvorm?

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 3 en 6 van blz. 233

Zijn er nog vragen?

Slide 5 - Diapositive

Sterke en zwakke werkwoorden
Wat zijn werkwoorden ook alweer?
Wat zijn zwakke werkwoorden?
Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 6 - Diapositive

Lesdoelen deze les
2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
3. Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 7 - Diapositive

Sterke en zwakke werkwoorden
Waarom moet ik dit weten? Door het verschil te weten, kun je de werkwoorden goed spellen. 

Slide 8 - Diapositive

Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank.
Hopen -> hoopten. 

Slide 9 - Diapositive

Sterke werkwoorden
Veranderen van klank in de verleden tijd. 
Lopen -> liepen



Slide 10 - Diapositive

Hoe schrijf ik een sterk werkwoord in de verleden tijd?
1. Schrijf het woord zo kort mogelijk op.
2. Gebruik alleen dubbele letters als dat nodig is voor de uitspraak. (dd bijv.)
3. Kijk naar het meervoud om te zien of het eindigt op -t of -d

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
Ruiken -> roken
Zwemmen -> zwommen

Hij beet (wij bijten en wij beten)

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maak in stilte:
Opdracht 1, 2 4 en 7 van blz. 239

timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Als je een vraag hebt, mag je die fluisterend aan mij of je buurman vragen
Numo: werkwoordspelling. 
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 1, 2 4 en 7 van blz. 239
15 minuten werken in Numo.

Slide 15 - Diapositive

Lesdoelen
2. Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
3. Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 16 - Diapositive

Evaluatie
Zijn er nog vragen?
Wat ging er goed deze les?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 17 - Diapositive