Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bevolking en ruimte Nederland par 1.2
1.2 - Bevolkingsgroei, nu en later
Bevolking en ruimte
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Aardrijkskunde
Voortgezet speciaal onderwijs
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
1.2 - Bevolkingsgroei, nu en later
Bevolking en ruimte
Slide 1 - Diapositive
De bevolking groeit snel door?
A
Laag sterftecijfer, laag geboortecijfer
B
Laag sterftecijfer, hoog geboortecijfer
C
Hoog sterftecijfer, laag geboortecijfer
D
Hoog sterftecijfer, hoog geboortecijfer
Slide 2 - Quiz
Op welke 2 manieren groeit een bevolking?
A
geboortecijfer-sterftecijfer
B
immigratie- emigratie
C
natuurlijke bevolkingsgroei- sociale bevolkingsgroei
D
natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Groeit de bevolking????
Dan kijk je naar de sociale en natuurlijke bevolkingsgroei
Meer IMMIGRATIE (dan is er sociale bevolkingsgroei)
Er is een
vestigingsoverschot
Redenen om naar Nederland te komen:
- werk * seizoen migranten
* kennismigranten (hightechbedrijven)
- studie
- remigratie
Meer geboorte dan sterfte (dan is er natuurlijke bevolkingsgroei)
Er is dan een
geboorteoverschot.
2. toenemen levensverwachting
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Een reden voor emigratie:
Remigratie
(terug naar je
verderland)
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Krimpgebieden Nederland
- Zeeuws Vlaanderen
- Limburg (vooral zuid-Limburg)
- Groningen (vooral oosten)
- Achterhoek
- oosten Drenthe
Slide 11 - Diapositive
Welke verband is er zichtbaar op beide kaarten?
Ontgroening: Jonge mensen trekken weg -> minder geboortes
krimpgebied: aantal inwoners neemt af
Nederland krimpgebieden
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
waar denk jij aan bij voorzieningen?
Slide 14 - Carte mentale
dagelijkse voorzieningen
- zijn er veel van.
- gebruik je regelmatig.
- zijn dichtbij
Slide 15 - Diapositive
gespecialiseerde voorzieningen
- zijn er minder van
- gebruik je niet regelmatig
- je moet er verder voor reizen
- zijn in iets gespecialiseerd
Slide 16 - Diapositive
stedelijke voorzieningen
*vind je in een stad.
*zijn er voor heel het verzorgingsgebied
verzorgingsniveau
het aantal en de hoogte van voorzieningen in een plaats.
om dit te bepalen kijk je naar:
- onderwijs
- medische zorg
- winkels
- sport/ontspanning
Slide 17 - Diapositive
Verzorgingsgebied
Slide 18 - Diapositive
Verzorgingsgebied: Het gebied rond een stad dat voor allerlei stedelijke, niet-dagelijkse voorzieningen is aangewezen op die stad.
Slide 19 - Diapositive
Drempelwaarde: Het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan.
Slide 20 - Diapositive
Reikwijdte: De maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te maken.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Herinrichting
Als de bevolking verandert, dat moet de inrichting van een gebied ook veranderen.
Voorbeelden:
Waar nu minder mensen wonen, zijn ook minder woningen nodig.
Door de vergrijzing zijn meer seniorenwoningen nodig.
Slide 23 - Diapositive
Reikwijdte
is de afstand die mensen willen reizen voor een bepaalde voorziening.
Hoe exclusiever de voorziening, hoe groter de reikwijdte.
Slide 24 - Diapositive
De reikwijdte van een bakkerij
Slide 25 - Diapositive
De reikwijdte van het rijksmuseum
Slide 26 - Diapositive
De reikwijdte van een pretpark
Slide 27 - Diapositive
De reikwijdte van bioscopen
Slide 28 - Diapositive
De reikwijdte van kledingwinkels
Slide 29 - Diapositive
Het minimum aantal mogelijke klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan, heet de
drempelwaarde
.
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening
Slide 32 - Quiz
A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening
Slide 33 - Quiz
A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening
Slide 34 - Quiz
Welke voorziening heeft een hogere drempelwaarde?
A
Basisschool Bösdael
B
Universiteit Utrecht
Slide 35 - Quiz
Geschatte drempelwaarde voor een bioscoop
A
20 bezoekers per dag
B
200 gasten per dag
C
100 bezoekers per dag
D
500 bezoekers per dag
Slide 36 - Quiz
Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 1.2
Succes!
Slide 37 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
4.2 Regionale verschillen
Septembre 2019
- Leçon avec
13 diapositives
par
Aardrijkskunde!
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Aardrijkskunde!
Paragraaf 4.2 Regionale verschillen
Août 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Paragraaf 4.2 Regionale verschillen
Novembre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
2.7 Nederland: Inrichting van steden
Janvier 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Paragraaf 4.2 Regionale verschillen
Octobre 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4.2 Regionale verschillen
Novembre 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
4.2 Regionale verschillen
Août 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
3.4 Nederland: Inrichting van steden
Septembre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4