3VHO2 H1 pincode herhaling

3 kader H1 pincode herhaling
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3 kader H1 pincode herhaling

Slide 1 - Diapositive

Herhaling paragraaf 1.1
Primaire vs secundaire behoeften
Prioriteiten stellen
% berekenen
Vrije goederen

Slide 2 - Diapositive

Welke van onderstaande is een overige/secundaire behoefte?
A
Water
B
Kleding
C
Snoep
D
Onderdak

Slide 3 - Quiz

Als school je prioriteit is vind jij dit het belangrijkst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is 25% van 240
A
48
B
40
C
2,4
D
60

Slide 5 - Quiz

Vrije goederen zijn onbeperkt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Herhaling paragraaf 1.2
Marketing(mix)
Sociale + commerciële beïnvloeding
Soorten reclame
Doelgroep



Slide 7 - Diapositive

De Albert Heijn heeft met name A en B locaties. Onder welke P valt dit
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 8 - Quiz

Je beste mattie overtuigt jou om de nieuwste Apple watch te halen. Dit is..
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding
C
Informatieve reclame
D
Merkreclame

Slide 9 - Quiz

Wat is de meest logische doelgroep van Zwitsal?
A
Baby's
B
Ouders met baby's
C
Jongvolwassenen
D
Dames

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort reclame is dit?
A
Informatieve reclame
B
Merkreclame
C
Ideële reclame

Slide 11 - Quiz

Stel je energierekening daalt met €45. Hoe veel % is dit van €350
A
55%
B
15%
C
20%
D
10%

Slide 12 - Quiz

Herhaling paragraaf 1.3
Begroten
Budgetteren
Inkomen in arbeid, bezit, overdracht, natura
Dagelijkse uitgaven, vaste lasten, incidentele uitgaven
Van weken naar maanden en andersom


Slide 13 - Diapositive

Ervoor zorgen dat je inkomsten hoger zijn dan je uitgaven noem je
A
Begroten
B
Budgetteren
C
Sparen
D
Ewaja

Slide 14 - Quiz

Stel je verdient €30 per week. Hoe veel is dit per maand?
A
€120
B
€90
C
€150
D
€130

Slide 15 - Quiz

De maandelijkse huur is een voorbeeld van..
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele vasten

Slide 16 - Quiz

Een rijke ondernemer verhuurt zijn vakantiehuisjes aan kennissen. Dit noem je inkomen uit..
A
Arbeid
B
Natura
C
Bezit
D
Overdrachtsinkomen

Slide 17 - Quiz

Herhaling paragraaf 1.4 
Reserveren
Brandstofverbruik 350km in een maand. Auto 1:20
Koopkracht en inflatie
Procentuele verandering (daling/stijging in %)



Slide 18 - Diapositive

Stel je wilt de nieuwe Ps5. Die kost €700. Je hebt al €150 gespaard. Hoe veel moet je per maand sparen om over 2 jaar de PS5 te halen?
A
€29,16
B
€30
C
€22,92
D
€35,42

Slide 19 - Quiz

Stel: Je rijdt 2000 km per maand. Je auto verbruikt 1:20. De benzineprijs is €1.72. Hoe veel benzinekosten per maand?
A
100
B
172
C
272
D
232

Slide 20 - Quiz

Stel de inflatie is 4% en de lonen zijn met 2% gestegen. Daalt of stijgt je koopkracht?
A
Daalt
B
Stijgt

Slide 21 - Quiz

Vorig jaar was de energierekening €105 per maand. Nu is dat €220 per maand. Met hoeveel % is de rekening gestegen?
A
47,7%
B
109%

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive