Verlies lesweek 7 naasten

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Ondersteuning van naasten

Theoriebron 10

Deze les

1e lesuur Omgaan met naasten

2e lesuur Uitleg en start beroepsproduct

Mantelzorgers

• Informele zorg door naaste uit zijn/haar directe omgeving
• niet in kader zorgverlenend beroep
• 2.6 miljoen volwassen mantelzorgers (2018)
• meer dan 8 uur per week of langer dan 3 maand.

Naasten

• belangrijke rol bij ondersteuning palliatieve cliënt
  
• soms wordt het hen te zwaar =>  schuldgevoel
• hebben ook ondersteuning nodig

Vormen ondersteuning naasten bij palliatieve zorg

• Voorlichting over de ziekte (en verloop)
• begeleiding bij rouwproces
• emotionele steun bij naderende dood naaste
• praktische hulp bij zorg
• vervangende zorg (om op adem te komen)
• advies hulpmiddelen

Palliatieve fase

• Signaleren overbelasting
• Naasten moeten ook emoties verwerken als de cliënt steeds hulpbehoevender wordt.
• Geef ruimte om te kunnen praten en toon begrip  

Terminale fase

      ONDERSTEUN HEN OM HET VOL TE HOUDEN

• Naderend einde en afscheid is confronterend
• angst, verdriet, opluchting
• thuis overlijden betekent voor hen soms persoonlijke verzorging, regelen hulp
• vraagt veel  van hen
• maar geeft ook voldoening  (waardig einde geven)

signaleren overbelasting naasten

• 3/4 nederlandse mantelzorgers overbelast (zorg soms erg lang en zwaar)
• kan leiden tot gezondheidsklachten/ arbeidsongeschiktheid
• één zorgverlener waar men terecht kan (geeft een vertrouwensrelatie, kan op tijd ingrijpen bij overbelasting)
• Steunpunt mantelzorg biedt praktische en emotionele steun

rol hulpverlener

INFORMATIE GEVEN:

•  over zorg: behandeling,pijnbestrijding, prognose
• over zorg krijgen: thuiszorg en andere ondersteuning
• persoonlijke verzorging cliënt

• neem tijd voor emotionele steun aan naasten
  
• geef hen het gevoel dat hun bijdrage belangrijk is

samenwerken met naasten

• betrek hen bij de zorgverlening
• geef informatie over de zorgverlening en de taakverdeling
• ga in gesprek met hen over hun wensen en behoeften
• noteer dit in het zorgplan en evalueer dit
• laat ze ook naasten zijn (in plaats van zorgverlener)

volgende filmpje overslaan i.v.m tijd

Maken opdracht 15,16,17:

 

Extra vraag bij 15:

Hoe herken je overbelasting bij naasten?

Beroepsproduct (groepsopdracht)

1.  Kies een cliënt  (bijvoorbeeld uit de BPV) en maak een korte omschrijving van die cliënt:

• leeftijd
• hoe lang al in groep
• ziektebeeld, beperking
• hobby's
• band met medecliënten 

BLZ 3 reader

2. bedenk een plan hoe je de medecliënten gaat opvangen als de cliënt komt te overlijden;

(gebruik theoriebronnen 5,6,7,8,9 en de bijlage)

a. Hoe ga je de groep op het moment van overlijden opvangen?

b. Hoe ga je de groep de weken daarna opvangen en welke activiteiten zet je daarvoor in?

c. Welke vragen van theoriebron 11, of hulpmiddel(en) kunnen daarbij helpen?

d. Wat zijn de aandachtspunten voor de begeleiders in de praktijk? Bedenk er minimaal 3.

e. Bedenk 3 werkvormen om met de groep te praten over de dood.

3. Het lijkt jullie een goed idee om een gedenkhoekje voor de cliënt te maken.

• Bedenk hoe deze hoek er dan uit kan zien.
• Welke dingen zet je hier dan neer, wat past bij de overleden cliënt én aansluit bij medecliënten. Brainstorm met elkaar. 
• let op: je gaat ook de gedenkhoek maken!

4. Rouwkoffer/ rouwdoos maken met volgende onderdelen (voor verwerking groep):

• 2 boeken
• 1 gedicht
• 1 kleurplaat
• 2 andere attributen

Deze moeten aansluiten bij de cliënt(en)

Motiveer waarom deze keuze

Je gaat je beroepsproduct (rouwdoos/koffer en gedenkhoekje) presenteren aan de lesgroep.

Neem de attributen voor de gedenkhoek en rouwdoos/koffer mee naar school.

• Richt één tafel in met het gedenkhoekje en richt een andere tafel in met de rouwdoos of koffer.

• Leg aan je klasgenoten uit waarom je voor deze onderdelen hebt gekozen.

PRESENTATIE