Grammar quiz unit 2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Good afternoon ZM3A

Thursday the 19th of November

Grammar quiz of unit 2

Wanneer gebruik je de past simple? Als iets...

1. in het verleden een tijdje bezig was
2. in het verleden is gebeurd maar het is niet belangrijk wanneer
3. in het verleden is gebeurd en het is belangrijk wanneer
4. een feit of gewoonte is

Noem zoveel mogelijk signaalwoorden voor de past simple

Welke zin is in de past simple?

1. He called me last night
2. He has called me before
3. He never calls
4. He was calling me all night

Maak hier een vraag van (past simple): He missed the bus.

Maak hier een ontkenning van (past simple): He did his homework.

In het Engels gebruik je 'S achter een woord

1. voor meervoud
2. om aan te geven VAN WIE iets is

This is our ______ car (boss)

1. boss
2. boss'
3. boss's
4. bosses

These are the ________ books (students)

1. students
2. student's
3. students's
4. students'

Choose the correct conjunction (voegwoord): I've done this for you __________ I like you

1. but
2. although
3. because
4. when

Choose the correct conjunction (voegwoord): Would you like tea__________ coffee

1. and
2. or
3. if
4. so

Wanneer gebruik je de present perfect?

1. Als iets in het verleden is gebeurd en het is belangrijk wanneer
2. Als iets in het verleden is gebeurd en het is niet belangrijk wanneer
3. Als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds bezig is
4. B en C zijn beide correct

Welke zin is in de present perfect?

1. He didn't call me
2. He hasn't called me yet
3. He called me yesterday
4. He calls me daily

Use the present perfect: I don't like the colour they _________ (to choose)

Past simple or present perfect? I ______ (to see) her for weeks.

1. didn't see
2. didn't seen
3. haven't seen
4. haven't saw

Use the present perfect: I don't like the colour they _________ (to choose)

Make a short answer to the following question: Can I speak to you? Yes/No....

Practice makes perfect

Use the rest of the lesson to prepare for the test:

• Study the words in silence
• Do ***practise more*** exercises
• Morgen self-test en catch up af. Na de les inhalen!