Woensdag 26 maart 2024

Goedemorgen! 
Fijn dat je er bent.

- Doe je telefoon in de rode bak;
- Pak je Chromebook uit de kast en log in. 

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen! 
Fijn dat je er bent.

- Doe je telefoon in de rode bak;
- Pak je Chromebook uit de kast en log in. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

1e + 2e lesuur:
Koken

Slide 5 - Diapositive

Pauze
timer
15:00

Slide 6 - Diapositive

3e lesuur:

Slide 7 - Diapositive

9.4 - Aftrekken
Ik weet hoe ik rekent met positieve en negatieve getallen

Slide 8 - Diapositive

In de ketel van de heks zitten 20 warme en 25 koude blokjes. Wat is de temperatuur in de ketel?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

9.3 Inhoud cilinder

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 15 - Diapositive

4e lesuur:

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 18 - Diapositive

Pauze
timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

5e lesuur:

Slide 21 - Diapositive

Iemand die zijn inkomen verdient met een eigen bedrijf is een


Het maken van goederen en het leveren van diensten noem je
terugblik
produceren
ondernemer

Slide 22 - Question de remorquage

Leerdoelen
Ik weet wanneer je als ondernemer winst maakt.

Ik kan uitleggen wat voor risico je als ondernemer loopt.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Wanneer heeft de ondernemer winst? Kies het juiste antwoord.
A
Als hij geld overhoudt nadat hij de productiekosten betaald heeft.
B
Als hij een hoge verkoopopbrengst heeft.
C
Als hij genoeg geld heeft om de productiekosten te betalen.
D
Als hij een hoge omzet heeft.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Je productiekosten zijn hoger dan je omzet. 



Je houdt geld over nadat je alle kosten hebt betaald. 



Je maakt bij het produceren allerlei kosten.



Je bedrijf moet stoppen, omdat je de schulden niet meer kan betalen. 





productiekosten
verlies
winst
failliet

Slide 28 - Question de remorquage

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 30 - Diapositive

6e lesuur:

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 33 - Diapositive

Afsluiting

Slide 34 - Diapositive