Fictie: perspectief

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Aan de slag!

• Wie is de round character? Leg je antwoord uit. 
• Wat weten we nu allemaal over de round character? Noteer alles wat jullie weten. 
• Wie zijn flat characters? Leg je antwoord uit. 
• Noteer in maximaal vijf zinnen wat er tot nu toe in het verhaal gebeurd is. 

Voor vandaag: 

• Ik ken het verschil tussen een chronologisch en niet-chronologisch verhaal 
• Ik weet hoe spanning opgebouwd kan worden in een verhaal. 
• Ik plaats hoofdletters en leestekens op de juiste plekken.  

Aantekening

Chronologische volgorde: 
- Gebeurtenissen worden op de volgorde verteld waarop de gebeurtenissen plaatsvonden. 

Niet-chronologische volgorde: 
- Gebeurtenissen worden niet op de volgorde verteld waarop ze hebben plaatsgevonden. 

Denkvraag: 

Is tekst 1 van Fictie 2.1 chronologisch of niet-chronologisch verteld?

Voor vandaag: 

- Ik oefen met het beantwoorden van vragen over de tekst. 
- Ik oefen met het toepassen van de geleerde begrippen. 

Aan de slag!

Individueel en in stilte lezen, daarna in duo's werken. 

Eerder klaar? Lees tekst twee. 
Vragen? Na tien minuten. 

Opdracht: 
Lees tekst 1 en maak twee, drie en vijf. 
- Hoe probeert de auteur spanning te creëren? Gebruik de geleerde begrippen.