4.6 eencellige eukaryoten

4.6 Eencellige eukaryoten

Doelstellingen:
-Eigenschappen van 2 soorten eencellige eukaryoten kennen.
-De onderdelen kunnen benoemen van een amoebe en pantoffeldiertje.

Lezen blz 135 en 136
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

4.6 Eencellige eukaryoten

Doelstellingen:
-Eigenschappen van 2 soorten eencellige eukaryoten kennen.
-De onderdelen kunnen benoemen van een amoebe en pantoffeldiertje.

Lezen blz 135 en 136

Slide 1 - Diapositive

Ordening
Rechts staan de verschillende dieren geordend

Waar staan eencellige eukaryoten?

Slide 2 - Diapositive

1 cellige eukaryoten
Planten Dieren en schimmels horen bij eukaryoten.

Er zijn ook dieren die uit een cel bestaan:
1. Amoebe 
2. Pantoffeldiertje

Slide 3 - Diapositive

Amoebe
Amoebe betekend zonder vorm.

Deze eencellige eukaroyoten kunnen bewegen.

Slide 4 - Diapositive

Amoebe
verplaatst cytoplasma --> schijnvoet

Vult deze met de inhoud van zijn cel en is verplaatst!

Slide 5 - Diapositive

Pantoffeldiertje
Ingewikkelder diertje dan de amoebe

Kan verplaatsen door trilhaartjes

Heeft mond en anus

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Hoe heet de structuur in de cel van het pantoffeldiertje dat afvalstoffen verwijdert?
A
Celanus
B
Celmembraan
C
Celmond
D
Voedingsvacuole

Slide 12 - Quiz

Amoebes en pantoffeldiertjes zijn geen echte dieren. Wat zijn het wel?
A
Archaea
B
Bacteriën
C
Eukaryoten
D
Planten

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 17 - Quiz

Zelfstandig werken
Lezen blz 135 en 136
Maken Opdracht 26 en 27  blz 118

Nakijken en fouten verbeteren par 5.1 tm 5.4
Leren par 5.1 t/m 5.4 en 5.7

Volgende lessen: mee gum, potlood, liniaal of geodriehoek.

Slide 18 - Diapositive