Fictie 1.1 - fictie/non-fictie

Welkom bij Literatuur
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Literatuur

Slide 1 - Diapositive

Doelen van vandaag
Na deze les weet je wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.

Slide 2 - Diapositive

Fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen

Non-fictie: teksten over de werkelijkheid, (dus NIET verzonnen)

Slide 3 - Diapositive

Fictie 
Een schrijver kan een verzonnen verhaal vertellen. Deze verhalen noem je fictie.
Sprookjes, leesboeken, stripverhalen, films, soaps en gedichten  zijn voorbeelden van fictie.


Slide 4 - Diapositive

Non-fictie
Een schrijver kan ook schrijven over dingen die echt gebeurd zijn. Deze verhalen noem je non-fictie.
Nieuwsberichten, reisverslagen, een recept, een informatief boek, het journaal, een documentaire of een reality-programma zijn voorbeelden van non-fictie

Slide 5 - Diapositive


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non fictie

Slide 6 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz

fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quiz


fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 10 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz

Wat hebben we geleerd?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
Ik kan een fictiewerk kiezen dat past bij mijn interesse.
Ik kan mijn mening geven over personen en/of gebeurtenissen in een boek.

Slide 12 - Diapositive

Fictie
Fictie
Fictie
Non-fictie
Non-fictie
Non-fictie

Slide 13 - Question de remorquage