Modals must, have to, should

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Goal & planning

1. Aan het eind van de les weet je wat modals zijn
2. Oefeningen Prepositions of movement 
3. Oefeningen Modals 

Today's planning

Grammar 4, 5

Oefeningen 12, 13 blz/37-38

Oefeningen 25,26 blz/44-45

Modals

Have to, must & should

Welke hulpwerkwoorden ken je al?

Modals (hulpwerkwoorden)

should = zou moeten
must = moeten
have/has (got) to = iets moet van iemand anders

Should

Should = zou (niet) moeten.

Formule: Should  (+not) + hele werkwoord

jij vindt dat iets (niet) zou moeten.
Je geeft een advies.
Je raadt iets af.

Must

Must (+not) + hele werkwoord

Jij vindt dat iets (niet) moet. (krachtiger dan should)

Het is heel belangrijk, het kan niet anders of het is verplicht.

You must have a valid ticket in order to enter.
I must finish this essay today. I’m going out tomorrow.

Have to

has/have to + hele werkwoord

Iets moet van iemand anders, niet van jou.

'Het is nodig' -> noodzaak

Mum says I have to do the dishes.
I have to finish this essay today. We have to hand them in tomorrow

Have to in ontkenningen

Als je have to in ontkennende zinnen gebruikt, dan verandert de betekenis van 'moeten' in 'niet hoeven'.

Don't have to + hele werkwoord 
Doesn't have to + hele werkwoord

She doesn't have to walk her dog.

I think people ... recycle paper and glasses.

1. have to
2. must
3. should
4. mustn't

The museum is free. You ... pay.

1. shouldn't
2. mustn't
3. don't have to
4. should

You ... park here. It's an emergency exit.

1. mustn't
2. must
3. have to
4. don't have to

You ... smoke. It's bad for you.

1. must
2. should
3. don't have to
4. shouldn't

I ... wear a uniform when I am at school.

1. must
2. have to
3. should
4. musn't

Mark's a sales representative. He ... travels a lot.

1. must
2. has to
3. should
4. mustn't

Schrijfopdracht

Een vriend gaat naar een safaripark waar hij allerlei loslopende dieren kan tegenkomen. Mail hem dat je het leuk vindt dat hij op vakantie gaat maar dat je het gevaarlijk vindt. 

Geef je mening, 2 adviezen en 2 waarschuwingen.

50-100 woorden, gebruik Stone 5

Dit is huiswerk, je stuurt het op voor woensdag!(mail/it'slearning/foto van geschreven tekst)