leei: Spelling: oefentoets Hoofdletters

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je niet met een hoofdletter.



1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je niet met een hoofdletter.



Slide 1 - Diapositive

Hoofdletters
Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen namelijk een hoofdletter.

  • Kerstmis
  • Hemelvaartsdag
  • Vaderdag
  • Suikerfeest

Slide 2 - Diapositive

Hoofdletters bij aardrijkskundige namen (en afgeleiden daarvan):

  • Namen van plaatsen, streken en landen schrijf je ook met een hoofdletter.
  • Maar ook voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen.

Slide 3 - Diapositive

De Amerikanen geloven in God, ze geloven dat hij goed is voor iedereen.
A
Deze zinnen zijn goed.
B
Deze zinnen zijn fout.

Slide 4 - Quiz

De Amerikanen geloven in God. Ze geloven dat Hij goed is voor iedereen.

Slide 5 - Diapositive

Welk antwoord is goed gespeld?
A
Tweede-Wereldoorlog
B
Jeugd journaal
C
prehistorie
D
Mevrouw van den Brink

Slide 6 - Quiz

Welk antwoord is goed gespeld?
A
Tweede Wereldoorlog
B
Noorden
C
boeddha
D
Middeleeuwen

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
t-shirt
B
Prinsjesdag
C
meneer de Groot
D
Middeleeuwen

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
kerstmis
B
Minister-President
C
X-benen
D
koran

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
Vaderdagcadeau
B
Zuid-Oosten
C
Paasvakantie
D
Moederdag

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
pasen
B
Eerste Wereldoorlog
C
Prehistorie
D
IJstijd

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
brabander
B
ineke
C
bijbeltaal
D
moskou

Slide 12 - Quiz

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
Havo

Slide 13 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
de telegraaf
B
de Telegraaf

Slide 14 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 15 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
vmbo-niveau
B
Vmbo-niveau

Slide 16 - Quiz

Ik weet nu wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.
A
100%
B
Ja, meestal
C
Het kan beter
D
Nou, ik twijfel nog steeds

Slide 17 - Quiz