5.2 Regionale Verschillen

5.2 Regionale verschillen 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.2 Regionale verschillen 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je de regionale verschillen in Duitsland omschrijven en verklaren. 
In Duitsland neemt de bevolking af, maar niet overal. Hoe verklaar je die verschillen? En wat zijn de gevolgen voor de groei- en krimp-gebieden?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

West Duitsland: groei
kapitalistisch, VS Bondgenoot
Oost Duitsland: vertrekoverschot, communistisch

Slide 4 - Diapositive

grote verschillen
tussen 
West (BRD)
en Oost 
(DDR)

Slide 5 - Diapositive

Twee staten
  • Van 1949 tot 1989 was Duitsland verdeeld in twee aparte landen
Verschillen: 
  • Oost-Duitsland was communistisch, dictatuur, arm
  • West-Duitsland was kapitalistisch, democratie, welvaart
  • In 1989 kwam er een eind aan het communisme en werden de twee landen weer 1 Duitsland in 1990

Slide 6 - Diapositive

Duitsland vanaf 1990, gevolgen van de hereniging
  • Grote vertrekoverschotten in voormalig Oost-Duitsland
  • Oost-Duitsland liep leeg, soms wel 30% minder mensen.

Oorzaken:
- bedrijven en fabrieken gingen failliet door concurentie met moderne bedrijven uit West-Duitsland
- hoge werkloosheid

Slide 7 - Diapositive

Duitsland vanaf 1990, gevolgen van de hereniging
  • Grote vertrekoverschotten in voormalig Oost-Duitsland
  • Oost-Duitsland liep leeg, soms wel 30% minder mensen.

Gevolgen:
- voorzieningen in dorpen verdwijnen -> oplossing is samenvoegen van voorzieningen in 1 gebouw bv wijkcentrum
- vergrijzing, jongen mensen trekken weg naar bv Berlijn
Uitzondering = de stad Berlijn -> daar neemt de bevolking juist toe.

Slide 8 - Diapositive

Krimp en groei in de rest van Duitsland
Krimpgebieden:
  • Ruhrgebied, Saarland (oude industriegebieden)
  • platteland
Oorzaak = geen werk = afstotingsfactor

Bevolkingsgroei:
  • Munchen
Oorzaak = werk in industrie (auto) en diensten (hightech) = aantrekkingsfactor

Slide 9 - Diapositive

Krimp en groei in de rest van Duitsland
Ondanks de krimp moeten er in veel deelstaten toch meer huizen gebouwd worden.

Hoe kan dat?
  • Eenpersoonshuishoudens: ouderen die alleen wonen, jongeren die op zichzelf wonen, gescheiden mensen.
  • Al deze mensen hebben woonruimte nodig, daarom moeten er ook in gebieden met krimp huizen bijgebouwd worden.

Slide 10 - Diapositive

Afstotingsfactoren
Oost Duitsland?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

Welk deel van Duitsland is erg welvarend en kent weinig werkloosheid?
A
Het oostelijke deel van Duitsland
B
Het westen van Duitsland
C
Het zuiden van Duitsland
D
Het Noorden van Duitsland

Slide 13 - Quiz

Hoe kan de werkloosheid in het Oosten van Duitsland zo hoog zijn?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe kan het dat het economisch ook minder ging met het Westen van Duitsland?

Slide 15 - Question ouverte

Wat wordt er met demografische krimp bedoeld?

Slide 16 - Question ouverte

De demografische krimp is een gevolg van vergrijzing en ontgroening
A
Juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Na 1955 kwamen er veel immigranten uit het Middellandse zeegebied naar Duitsland, waarom?
A
In de oorlog waren veel soldaten meegekomen naar Duitsland
B
In het Middellandse zeegebied was nog een oorlog bezig
C
Om te werken in de industrie en mijnbouw van Duitsland
D
Vanwege het fijne klimaat in Duitsland

Slide 18 - Quiz

Hoe zorgen de niet westerse allochtonen voor een minder grote daling van de demografische krimp?

Slide 19 - Question ouverte

Door welke factoren steeg de werkloosheid na 1960 in het Ruhrgebied?

Slide 20 - Question ouverte

Aan de slag!
Maken: 1, 2, 4, 6, 7, 9

Slide 21 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je de regionale verschillen in Duitsland omschrijven en verklaren. 
In Duitsland neemt de bevolking af, maar niet overal. Hoe verklaar je die verschillen? En wat zijn de gevolgen voor de groei- en krimp-gebieden?

Slide 22 - Diapositive