Ramadan

B fase klas 1-2 
Ramadan
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

B fase klas 1-2 
Ramadan

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je van deze les?
Lesstof over de RAMADAN :
Voor WIE?
WANNEER?
WAAROM?
HOE?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je
over de ramadan?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

RAMADAN:
VASTEN EN GEZELLIGHEID
Ramadan is de negende maand van de islamitische kalender. Het is de vastenmaand voor moslims. Moslims mogen dan tussen zonsopgang en zonsondergang niet eten en drinken. De ramadan begint dit jaar op 10 maart.  Dit hangt af van de stand van de maan. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmpje : Wat is ramadan?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent ramadan?
A
Dat is een maand waarin moslims overdag nergens naartoe gaan.
B
Dat is een maand waarin moslims overdag niets eten en drinken.
C
Dat is een plaats waar moslims samen gaan eten en drinken.
D
Dat is een feest voor mensen met een bepaald geloof

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie doet er mee aan ramadan?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

        Lees het stukje: Vasten 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent vasten?
A
Overdag alleen drinken en helemaal niets eten
B
Een maand alleen drinken en niet eten
C
Overdag niet eten en drinken, 's avonds wel
D
Overdag eten en drinken, 's avonds niet

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom vinden moslims het belangrijk om te vasten?
A
Omdat ze dan kunnen voelen wat honger is en hoe dat is voor arme mensen.
B
Omdat ze dan eindelijk een keer naar de moskee kunnen gaan.
C
Omdat ze dan niet meer bang hoeven te zijn om straf te krijgen of ruzie te krijgen.
D
Omdat het goed voor hun gezondheid is.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welk moment van de dag mogen moslims tijdens de ramadan wel eten?
A
Alleen op 3 april in de middag
B
Als de zon onder is
C
Overdag
D
Elke middag tussen 13.00 en 17.00

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de ramadan zijn er nog meer dingen die moslims doen of niet doen. Zoals:

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

              Lees het stukje: Niet iedereen 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie hoeven er niet mee te doen aan de ramadan?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand die op reis is hoeft niet mee te doen aan de ramadan.
Wat doen zij wel?
A
Iets doen voor mensen die het moeilijk hebben.
B
De ramadan een jaar overslaan.
C
Het Suikerfeest niet mee vieren.
D
Het vasten later inhalen.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over het Suikerfeest?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees het stukje: 
Het einde van de ramadan 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer wordt het Suikerfeest gevierd?
A
Halverwege de ramadan
B
Aan het begin van de ramadan
C
Aan het einde van de ramadan
D
Aan het begin en aan het einde van de ramadan

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar?
2 goede antwoorden mogelijk!
A
Kinderen krijgen soms cadeaus
B
Oudere mensen krijgen bloemen
C
Het Suikerfeest duurt 6 dagen
D
Het Suikerfeest duurt 3 dagen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat eet jij het liefst op een
speciale feestdag?

Slide 20 - Question ouverte

Dit is een openvraag laat de leerlingen reageren via hun device. Bespreek de antwoorden met de leerlingen, laat ze op elkaar reageren en vraag waarom ze dingen vinden.
De ramadan is dit jaar begonnen op
28 februari. Is dat elk jaar zo?
A
Ja, hij begint elk jaar op 28 februari.
B
Meestal begint de ramadan op 28 februari. Maar hij kan ook op 29 maart of 30 maart beginnen.
C
Nee, hij begint elk jaar op een andere datum.
D
Een jaar op 11 april en het jaar erna op 13 april.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij ooit gevast?
A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quiz

Laat de leerlingen antwoorden via hun devices en bespreek de verdeling van de antwoorden ja en nee. 

Vasten kan zijn complete onthouding, dus dat je niet eet of drinkt. Maar ook dat je bepaalde producten niet eet of drinkt, zoals alcohol en vlees.
In de Islam wordt gevast om taqwa (godsvrucht) te verkrijgen en niet om mee te voelen met de armen. Mee voelen met de armen is een voordeel van vasten en niet het hoofddoel.

Vertel: Dat er in meerdere religies gevast wordt.
Binnen het Jodendom wordt het gevast op de Grote Verzoendag, de Dag van de Verwoesting van de tempel en de dag die voorafgaat aan het Poeriemfeest.
Binnen het Christendom wordt er 40 dagen tussen Aswoensdag en Pasen gevast. 
Binnen Bahá' is geloof is de vastenperiode de laatste periode van negentien dagen (2 - 21 maart) voor het begin van het nieuwe jaar op de lentedag (Naw-Rúz).
Ik zou best een maand kunnen
vasten
A
JA
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt geleerd:
Wat ramadan betekent, 
voor wie dit een bijzondere gebeurtenis is, 
hoe dit gevierd wordt 
en waarom.


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions