Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Leerjaar 1 - periode 1 - les 14
*welkom
* terugblik vorige les (telefoon-lessonup)
* theorie spreken (boek blz 191-lessonup)
* nieuwe opdracht (teams en laptop)
* afronden en huiswerk
geen boek = geen les
Slide 1 - Diapositive
de presentatie die je gaat houden is:
A
informerend
B
betogend
C
instruerend
D
uiteenzettend
Slide 2 - Quiz
Leg in je eigen woorden uit wat uiteenzettend betekent
Slide 3 - Question ouverte
uiteenzettend presenteren
Bij uiteenzetten geef je op een neutrale, objectieve manier informatie. Je legt uit hoe iets in elkaar zit of werkt en wat de voor- en nadelen ervan zijn, of je beschrijft of verklaart iets.
Slide 4 - Diapositive
opdracht
Jullie gaan presenteren voor een cijfer
Je presenteert in duo's enminimaal 5.00 minuten
je kiest voor situatie A, B of C. (blz. 191/192)
Let op: als je situatie A of B hebt gekozen moet je ook echt expliciet doen wat er staat. Je speelt een rol! Als je C kiest ben je jezelf
Slide 5 - Diapositive
Wat hoort er allemaal bij een inleiding?
Slide 6 - Carte mentale
Wat vertel je in de kern? Let op jouw situatie! specifiek
Slide 7 - Carte mentale
Hoe kun je afsluiten?
Slide 8 - Carte mentale
een pakkend begin en sterk slot maken een presentatie goed
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
in de inleiding noem ik het communicatiedoel van mijn presentatie