2TH TR 17 Bijzonder bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord
(Bijzondere gevallen)
taalregel 17
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het bijvoeglijk naamwoord
(Bijzondere gevallen)
taalregel 17

Slide 1 - Diapositive

Voordat we beginnen...
... gaan we eerst even herhalen.
In de volgende dia's wil ik van je weten hoe je een 'gewoon' bijvoeglijk naamwoord maakt.

We gebruiken daarvoor het woord petit. Je weet vast nog wel dat deze vorm mannelijk enkelvoud is.

Slide 2 - Diapositive

Hoe ziet het woord 'petit' eruit als het vrouwelijk enkelvoud is?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe ziet het woord 'petit' eruit als het mannelijk meervoud is?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe ziet het woord 'petit' eruit als het vrouwelijk meervoud is?

Slide 5 - Question ouverte

Goed zo!
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt een e als het vrouwelijk is en een s als het meervoud is.

Slide 6 - Diapositive

Onregelmatig
Maar bij sommige bijvoeglijk naamwoorden kun je die regel niet toepassen. We splitsen die onregelmatige vormen in 3 groepen:
- meervoud
- vrouwelijk
- helemaal onregelmatig

Slide 7 - Diapositive

Meervoud
Hier moet je 2 dingen onthouden:
1. als het bn. op een s of x eindigt, krijgt de mannelijke meervoudsvorm géén extra s
                    - le pantalon gris - les pantalons gris
2. als het bn. op eau eindigt, krijgt de mannelijke meervoudsvorm een x i.p.v. een s.
                   - le beau garçon - les beaux garçons

Slide 8 - Diapositive

Vrouwelijk
Ook hier moet je weer twee dingen onthouden:
1. als een mannelijk bn. op een f eindigt, wordt dat ve als het vrouwelijk is
                      - le garçon sportif - la fille sportive
2. als een mannelijk bn. op een x eindigt, wordt dat se als het vrouwelijk is
                     - le garçon heureux - la fille heureuse

Slide 9 - Diapositive

Helemaal onregelmatig
Dan zijn er ook nog een aantal die helemaal onregelmatig zijn.
Mn
Vr
NL
Mn
Vr
NL
Beau
Belle
mooi
Nouveau
Nouvelle
nieuw
Vieux
Vieille
oud
Fou
Folle
gek
Blanc
Blanche
wit
Doux
Douce
zacht
Bon
Bonne
goed,lekker
Gentil
Gentille
aardig
Gros
Gross
dik,groot

Slide 10 - Diapositive

Oefenen!
In de volgende dia's zie je invuloefeningen. Vul het woord dat tussen haakjes staat in de juiste vorm in.

Slide 11 - Diapositive

Ma soeur est une fille ___ , elle veut tout savoir. (curieux)

Slide 12 - Question ouverte

Sur la route, la situation est ___ . (désastreux)

Slide 13 - Question ouverte

Mes frères font du foot, ils sont ___ . (sportif)

Slide 14 - Question ouverte

Ma copine est ___ de mon frère. (amoureux)

Slide 15 - Question ouverte

Ces élèves sont ___ . Ils ont de mauvaises notes. (malheureux)

Slide 16 - Question ouverte

J'ai deux copines ___ . (sportif)

Slide 17 - Question ouverte

Tu as trouvé une route ___ ? (alternatif)

Slide 18 - Question ouverte

Mes parents sont trop ___ , je dois toujours travailler, travailler ... (sérieux)

Slide 19 - Question ouverte

Marc et Paul étaient très ___ de ce cadeau. (surpris)

Slide 20 - Question ouverte

Oh regarde les ___ livres! (beau)

Slide 21 - Question ouverte

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 22 - Question ouverte

Wat vond je moeilijk?

Slide 23 - Question ouverte

La fin!

Slide 24 - Diapositive