Flexles Taalondersteuning GS en AK (Les 3)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Taalondersteuning GS en AK (Les 3)

Vorige lessen

• Inventariseren centrale vragen.
• Hoe maak ik een mindmap?
• Welke soorten vragen bestaan er?
• Zelf toetsvragen maken. 

[R] <- staat voor .........

1. Reconstructie
2. Realiseren
3. Reproductie
4. Redeneren

Reproductie [R]

Vragen die je vragen je kennis letterlijk op te halen (te reproduceren).

• Noem  twee eigenschappen van een toendralandschap. (2pt). = Gebied zonder bomen, vlakbij poolgebied.
• Hoe noemen we een christen die zijn geloof verspreid onder niet-gelovigen. (1pt) = Missionaris

[T] <- staat voor ....

1. Toetsing
2. Toepassing
3. Tekenen
4. Theorie

Toepassing [T]

Vragen waarbij je theorie moet toepassen in bekende en nieuwe situaties.

• Leg uit hoe missionarissen ervoor zorgden dat de Franken de Friezen konden verslaan. (2pt).
• Gebruik bron 1 en toon aan dat dit te maken heeft met  verstedelijking. (2pt).

[I] <- staat voor....

1. Inzet
2. Invullen
3. Input
4. Inzicht

Inzicht [I]

Vragen waarbij je moet aantonen de lesstof goed begrepen te hebben.

• Waarom is de val van Friesland verbonden met de verspreiding van het Christendom? (2pt)
• Verklaar waarom Karel de Grote wilde zijn zoals de keizers van het Romeinse Rijk. (2pt)
• Geef twee redenen waarom steden worden gesticht aan waterwegen en bestaande routes. (2pt)

Wat is het nut van het maken van een mindmap van de paragraaf?

Begrippen

• Begrippen en vaktermen moet je aanleren om te kunnen functioneren bij een vak. 
• Hoe beter je de termen begrijpt hoe makkelijker het word om nieuwe informatie op te slaan. 

Soorten begrippen

1. Sleutelbegrippen
2. Concrete begrippen
3. Abstracte begrippen
4. Algemene begrippen
5. Specifieke begrippen 

Gemiddeld 33 tot 58 nieuwe woorden per week voor een 12-jarige

Wat voor soort begrippen zijn dit?

1. Landbouwsamenleving
2. Willibrord
3. Toendra
4. Rechtspraak
5. Farao
6. Piramide van Gizeh

 Concrete begrippen

 Abstracte begrippen

 

Algemene begrippen

Specifieke begrippen 

Sleutelbegrippen (kan jij ze vinden)

Hoe leer je begrippen kennen

• Dreunen (vergeet je binnen een week weer).
• Lezen in context (onthoudt je langer).
• Gebruiken in een verslag (onthoudt je veel langer).
• Aan iemand anders uitleggen wat het is (onthoudt je het langst).