Leerjaar 2 Periode 2 Schoonmaakregels Les 1

• D&Z
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Schoonmaakregels: Les 1

Terugblik

-In de vorige periode heb je geleerd hoe je een bed moet afhalen, verschonen en opmaken.

-Je hebt geleerd hoe je een kussensloop moet strijken en hoe je een hoeslaken moet opvouwen

Doel les 1: Aan het einde van deze les:

-Ken ik de 3 schoonmaakregels

-1 Werk van boven naar beneden

-2 Werk van buiten naar binnen

-3 Werk van schoon naar vuil

                    aandachtspunten

-Ga bij lage werkzaamheden op één knie zitten

-Zorg dat je de werkdoek regelmatig uitspoelt

-Vouw regelmatig de werkdoek met een schone kant naar buiten

-Deze regel moet je vooral toepassen bij:

a: interieur reinigen, b: sanitair reiniger en c: glazenwassen

Benodigdheden:

-Werkjas

-Materiaalwagen

-Emmer met reinigingsmiddel
-Handschoenen

-Groene werkdoek

Waarom je werk van boven naar beneden?

-Dit is een algemene schoonmaakregel

-Om ervoor te zorgen dat wat je net hebt schoongemaakt, niet opnieuw vies wordt

-Om in een vast volgorde te werken zodat je niets vergeet

         werkvolgorde 1

-Maak eerst de bovenkant schoon, dan eronder

-Draai de werkdoek om met de schone kant naar buiten

-Maak dan daaronder schoon en dan weer daaronder etc.

-Vouw de werkdoek om naar een schone kant en maak op het laatst de onderkant schoon.

Werk van buiten naar binnen

-Je werkt in een vast volgorde zodat je niets vergeet

-Zo verspreid je het vuil niet verder

Werkvolgorde 2:

-Plaats de doek aan de buitenkant van het vuil

-Veeg met de werkdoek het vuil van buiten naar binnen

-Doe dit ook aan de andere kant

-Neem het vuil op 

-Spoel de doek uit (herhalen als het nog vuil is)

                Werk van schoon naar vuil

                                           -Om in een vaste volgorde te werken zodat je niets vergeet

-Om het vuil niet te verspreiden

Werkvolgorde 3

                                   -Plaats de doek op de minst vuile plek en maak deze schoon -Plaats de doek naast de vuile plek en maak deze schoon

-Vouw de werkdoek om naar de schone kant

                            -Plaats de werkdoek naast de meest vuile plek en maak deze schoon. 

-Controleer je werk

Hoe krijg ik een 10?

-Je loopt rustig naar het D&Z lokaal (1p)

-Je zegt de 3 schoonmaakregels op (3p)

-Je pakt alle benodigdheden (jas, schoonmaakkar, emmer, reinigingsmiddel, groene werkdoek en handschoenen) (2p)

-Je maakt een kast schoon van boven naar beneden (1p)

-Je maakt de tafel schoon van buiten naar binnen (1p)

-Je  maakt de vieze vlek als laatste schoon (1p)

-Je ruimt alles op en controleert je werk (1p)