Duits week 22 (31 mei - 04 juni 2021)

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Dienstag 1. Juni 2021

Afspraken tijdens de les

Geen telefoon, je krijgt geen waarschuwing maar meteen een telefoonmelding.

  

Als je wat wilt zeggen of vragen steek je even je hand op.

1e waarschuwing = waarschuwing

2e waarschuwing = naam op het bord

3e waarschuwing = consequentie 

Was machen wir heute

Wichtige Informationen

Lernziel

Beurteilung Hausaufgaben

Rückblick

Selbständig arbeiten

Quizlet

Wichtige Informationen

Het SE zal plaatsvinden op dinsdag 15 juni. 

Tijdens de les, dus 10:55 - 11:35

Naast de hoofdstuktoets is er ook een luisteronderdeel.

Volgende week gaan we oefenen met een luistertoets.

Lernziel 

• Je kent de vormen van het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp.

Beurteilung Hausaufgaben 

Fertig sollten sein:

3, 4, 5, 6, 9, 10, 12, 14 und zum Schluss Seite 120 und 121

Sommige hebben al een beoordeling. Wel al ingeleverd maar nog geen cijfer? Geef even een seintje! Niks ingeleverd vandaag dan automatisch een 4.

Maak je het in je boek: foto sturen via chat

Maak je het online: via chat melden dat je online werkt

Rückblick

Werkwoorden in de verleden tijd.

Stam eindigend op een -d of -t dan eerst een extra e na de stam

Voltooid deelwoorden ( Aufgabe 12, Seite 109)

gaan

Meine Mutter ist gestern zur Apotheke _____________________

(machen)
Ich ________ meine Hausaufgaben für deutsch immer.

1. mache
2. machete
3. machte
4. machen

(duschen)
Dina __________ bei mir zu Hause

1. duschete
2. duscht
3. duschte

(reden)
Meine Freundin __________ mit mir, aber ich schlief schon.

1. redte
2. redete
3. redet

(antworten)
Meine Mutter __________ mir nicht.

1. antwort
2. antwortet
3. antwortete

(baden)
Wir _________ in der Nordsee.

1. baden
2. badten
3. badeten
4. badest

(drücken)
Der Masseur hat hart auf meinen Rücken __________

1. drückt
2. gedrückt
3. gedrücken
4. drücktete

(gut gehen)
Als wir am Meer waren ist es mir ______
___________

1. gut gegangen
2. gut gehen
3. gut gegehen
4. gut gegeht

(weinen)
Mein Bruder hat __________

1. weint
2. weinten
3. geweinen
4. geweint

Erklärung derde naamval

Ab Seite 133 im Buch

0

Theorie anwenden

Hierna volgen een aantal vragen waarbij je de theorie moet toepassen. Je kunt bladzijde 134 van je boek er bij houden.

Waarover gaat de 3e naamval?

mir

dir

ihm

ihr

uns

euch

ihnen

Ihnen

mij

jou

haar

jullie

ons

hem

u

hen

Kannst du ________ (mij) meine Haare flechten?

1. ich
2. mir
3. mich
4. ihr

Kannst du _________ (haar) den Föhn geben?

1. sie
2. ihm
3. ihr
4. dir

Ich habe __________ (ons) neues Duschgel gekauft.

1. uns
2. euer
3. euch
4. ihnen

Ich erzähle ____________ (jou) ein Geheimnis.

1. dich
2. dir
3. du
4. mir

An die Arbeit!

Ihr macht jetzt folgende Aufgaben:

30, 31, 32, 37, 38 und 39

Fertig?

Dann bitte bei mir melden!

Machen:

30, 31, 32, 37, 38 und 39

Lernen:

Lernliste Seite 171/172

Grammatik C und Grammatik I 

(3, 4, 5, 6, 9, 10, 12, 14 en Zum Schluss)

quizlet.com