Lezen H3 Nieuw Nederlands

Lezen H3
Argumentatie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lezen H3
Argumentatie

Slide 1 - Diapositive

Theorie
Een argumentatie bestaat uit twee delen:
- het standpunt of mening
- de argumenten

Slide 2 - Diapositive

Standpunt/mening: wat iemand vindt
Argumenten: waarom iemand iets vindt
Doel van een argumentatie is een ander overtuigen, zodat diegene het standpunt overneemt.

Slide 3 - Diapositive

soorten argumenten
Je hebt twee soorten argumenten:
- feitelijk: dit is te controleren en is waar of niet waar
- waarderend: dit is niet te controleren, kan voor iedereen anders zijn.

Slide 4 - Diapositive

Wat is het standpunt in deze zin:
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want Parijs is een grote dichtbevolkte stad.
A
Ik ga liever niet mee naar Parijs
B
want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad.
C
De hele zin is een standpunt.
D
Er zit geen standpunt in deze zin.

Slide 5 - Quiz

Is het argument van de vorige zin (want Parijs is een drukke, dichtbevolkte stad.) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 6 - Quiz

Omdat we verplicht zijn om mensen in nood altijd te helpen, vind ik dat we alle vluchtelingen in Nederland moeten opnemen. Wat is in deze zin het argument?
A
Omdat we verplicht zijn mensen in nood altijd te helpen,
B
vind ik dat we alle vluchtelingen in Nederland moeten opnemen.
C
De hele zin is een argument.
D
Er zit geen argument in deze zin.

Slide 7 - Quiz

Is het argument (Omdat we verplicht zijn om mensen in nood altijd te helpen) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 8 - Quiz

Ik ga graag mee naar Parijs, want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld. Wat is het standpunt in deze zin?
A
Ik ga graag mee naar Parijs,
B
want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld
C
De hele zin is een standpunt.
D
Deze zin heeft geen standpunt.

Slide 9 - Quiz

Is het argument in de vorige zin (want Parijs heeft de mooiste musea van de wereld) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 10 - Quiz

Israël en de Palestijnen zullen niet snel nader tot elkaar komen; ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict. Wat is in deze zin het argument?
A
Israël en de Palestijnen zullen niet snel nader tot elkaar komen;
B
ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict.
C
De hele zin is een argument.
D
Deze zin heeft geen argument.

Slide 11 - Quiz

Is het argument in de vorige zin (ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict.) feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 12 - Quiz

Soorten argumentatie
  • enkelvoudige argumentatie
  • meervoudige argumentatie:
-nevenschikkende argumentatie
- onderschikkende argumentatie

Slide 13 - Diapositive

enkelvoudige argumentatie
Bij het standpunt wordt maar één argument gegeven

Slide 14 - Diapositive

nevenschikkende argumentatie
Bij een standpunt worden meerdere argumenten gegeven. Elk argument staat op zichzelf.

Slide 15 - Diapositive

Onderschikkende argumentatie
Hierbij krijgt een argument een eigen argument

Slide 16 - Diapositive

Aan welke (signaal)woorden kun je een standpunt herkennen?

Slide 17 - Carte mentale

Welke signaalwoorden geven een argument aan?

Slide 18 - Carte mentale

standpunt
waarderend 
argument
feitelijk 
argument
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat,
want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen;
daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.

Slide 19 - Question de remorquage

Voor de volgende opdracht moet je in je boek kijken. De zinnen zijn namelijk de zinnen van opdracht 2 op blz 79-80.

Slide 20 - Diapositive

zin 1
zin 2
zin 3
zin 4
zin 5
zin 6

Slide 21 - Question de remorquage